ECLI:NL:RBDHA:2023:3307
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. Willems - Keekstra
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortduren van de maatregel in het bestuursrechtelijke kader van vreemdelingenbewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 9 januari 2023 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 10 maart 2023, die via telehoren werd gehouden, heeft eiser zijn bezorgdheid geuit over de medische zorg in het detentiecentrum en zijn wens om in vrijheid te worden gesteld, zodat hij Nederland kan verlaten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, aangezien er voldoende aanknopingspunten zijn om de Marokkaanse nationaliteit van eiser te onderzoeken. Eiser heeft geen documenten overgelegd ter onderbouwing van zijn stelling dat hij uitsluitend de Algerijnse nationaliteit bezit, en verweerder heeft voldoende voortvarend gehandeld in de uitzettingsprocedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat er zicht op uitzetting naar Marokko bestaat en dat eiser niet actief meewerkt aan zijn terugkeer. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de medische klachten van eiser niet relevant zijn voor de rechtmatigheid van de bewaring, en dat hij zich met klachten over de medische dienst moet wenden tot de directie van het detentiecentrum.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L. Willems - Keekstra, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.