ECLI:NL:RBDHA:2023:3318
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring
In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Weerman, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. H.A. Limonard, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag die door de staatssecretaris op 7 februari 2023 niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 9 maart 2023, samen met een ander beroep met nummer NL23.3847. In de uitspraak van diezelfde dag is het beroep behandeld, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.