ECLI:NL:RBDHA:2023:3353
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C. Verra
- L.E. Mollerus
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielprocedure met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielprocedure. Verzoeker, een Afghaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 22 december 2022 heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. V. Senczuk, en de Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. M.N.E. Disselkamp.
Op 13 januari 2023 trok de Staatssecretaris de asielbeschikking in en bood aan om de proceskostenvergoeding van verzoeker in beroep te vergoeden. Verzoeker trok daarop zijn beroep en verzoek om voorlopige voorziening in, maar vroeg wel om een proceskostenveroordeling. De voorzieningenrechter heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek. De Staatssecretaris stelde dat er geen grondslag was voor een proceskostenveroordeling, omdat de gronden van het verzoek gelijkluidend waren aan die van het beroep.
De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de Staatssecretaris tegemoet was gekomen aan het verzoek van verzoeker en dat hij daarom ook de proceskosten van verzoeker in de voorlopige voorziening moest vergoeden. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 837,00, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 februari 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.