ECLI:NL:RBDHA:2023:3401
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag; prematuur ingediende ingebrekestelling
Op 5 augustus 2022 heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op zijn asielaanvraag van 26 januari 2022. Verweerder heeft geen verweerschrift of nadere reactie ingediend. De rechtbank heeft in deze enkelvoudige kamer uitspraak gedaan zonder partijen uit te nodigen voor een zitting, omdat dat op grond van de wet niet nodig was.
De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag, de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden (de ingebrekestelling). Eiser heeft op 21 juli 2022 een ingebrekestelling gestuurd, maar de rechtbank stelt vast dat de wettelijke beslistermijn op 26 juli 2022 is verstreken en dat verweerder voor die datum nog kon beslissen op de aanvraag. Dit betekent dat de ingebrekestelling prematuur is ingediend.
Aangezien de ingebrekestelling prematuur was, kan er geen beroep tegen het niet tijdig beslissen worden ingediend. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door mr. drs. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. M.J.J. Roks, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel beschikbaar voor de eiser indien hij het niet eens is met deze uitspraak.