ECLI:NL:RBDHA:2023:3454
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in asielzaak met intrekking van bestreden besluiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de proceskostenveroordeling in een asielprocedure. Verzoekers, vertegenwoordigd door mr. S.N. Ali, hadden beroep ingesteld tegen de besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. Talsma, waarin hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel werden afgewezen. De rechtbank heeft op 24 november 2022 een zitting gehouden, waarbij de verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk. Tijdens deze zitting is het onderzoek geschorst en zijn er afspraken gemaakt, die zijn vastgelegd in een proces-verbaal.
Op 27 december 2022 heeft de Staatssecretaris de bestreden besluiten ingetrokken en aangegeven dat opnieuw op de aanvragen van verzoekers zal worden beslist. Verzoekers hebben vervolgens hun beroep ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten, inclusief IMMO-kosten. De rechtbank heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeken van verzoeker en verzoekster samenhangende zaken zijn en heeft de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 1.674,-. De rechtbank heeft echter geen vergoeding toegekend voor de IMMO-kosten, omdat niet is vastgesteld dat deze kosten zijn gemaakt of dat er onderzoek door het IMMO heeft plaatsgevonden. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer en is op 3 februari 2023 openbaar gemaakt.