ECLI:NL:RBDHA:2023:3455
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, maar wiens aanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling is genomen. Dit gebeurde op basis van de stelling dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, conform de Dublin-regelgeving. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 31 januari 2023, maar de verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig, terwijl de verweerder zich wel liet vertegenwoordigen. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL22.26722), waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels als griffier, en is openbaar gemaakt op 3 februari 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.