ECLI:NL:RBDHA:2023:3455

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 februari 2023
Publicatiedatum
17 maart 2023
Zaaknummer
NL22.26723
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, maar wiens aanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling is genomen. Dit gebeurde op basis van de stelling dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag, conform de Dublin-regelgeving. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 31 januari 2023, maar de verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig, terwijl de verweerder zich wel liet vertegenwoordigen. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in een gerelateerde zaak (NL22.26722), waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels als griffier, en is openbaar gemaakt op 3 februari 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.26723
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. R.J. Schenkman),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Bondarev).

Procesverloop

Bij besluit van 28 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL22.26722, op 31 januari 2023 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.26722, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
03 februari 2023

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.