ECLI:NL:RBDHA:2023:3458
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot niet in behandeling nemen van asielaanvraag op basis van interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Spanje
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. R.J. Schenkman, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev, waarin zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, waarbij Nederland had vastgesteld dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag op grond van de Dublinverordening.
Eiser betwistte de toepassing van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Spanje, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder in zijn algemeenheid van dit beginsel mag uitgaan. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd bevestigd dat Spanje voldoet aan de vereisten van de Dublinverordening. Eiser had de last om aan te tonen dat in zijn specifieke geval niet van het vertrouwensbeginsel kon worden uitgegaan, maar de rechtbank vond geen aanleiding om aan te nemen dat de situatie in Spanje zodanig was verslechterd dat dit beginsel niet meer van toepassing was.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 3 februari 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.