Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.674,-.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F. Jansen, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev, niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublin-regelgeving verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 31 januari 2023 behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een verwante zaak (NL23.543), waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om die reden afgewezen.
Desondanks heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn vastgesteld op € 1.674,-. Dit bedrag is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de punten voor het indienen van het verzoekschrift en het verschijnen ter zitting. De uitspraak is openbaar gemaakt op 3 februari 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.