ECLI:NL:RBDHA:2023:3593
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. Willems - Keekstra
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de HTL-maatregel en vrijheidsbeperking van een asielzoeker na incident met doodsbedreigingen en bedreiging met mes
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de plaatsing van eiser in een Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) en de oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel. Eiser, een asielzoeker van Sierra Leoonse nationaliteit, was betrokken bij een incident op 25 januari 2023, waarbij hij doodsbedreigingen uitte en medewerkers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) met een mes bedreigde. Naar aanleiding van dit incident heeft verweerder 1, het COa, besloten om eiser per 26 januari 2023 in de HTL te plaatsen. Verweerder 2, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd. Eiser heeft tegen beide besluiten beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig en agressief gedrag, wat heeft geleid tot de beslissing om hem in de HTL te plaatsen. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat zijn gedrag een reactie was op bedreigingen van een medebewoner en dat hij zich niet had opgesloten in de badkamer, maar gewoon aan het douchen was. De rechtbank oordeelt dat de gedragingen van eiser een zeer grote impact hebben gehad en dat de maatregelen van verweerders gerechtvaardigd zijn. Echter, de rechtbank heeft ook vastgesteld dat eiser feitelijk een dag zonder rechtstitel in zijn vrijheid is beperkt, omdat hij al op 25 januari 2023 naar de HTL was gebracht, terwijl de maatregel pas op 26 januari 2023 werd opgelegd. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 25,00 aan eiser voor deze onrechtmatige vrijheidsbeperking. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vergoed tot een bedrag van € 1.674,00.