ECLI:NL:RBDHA:2023:3652
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot Ziektewetuitkering
Op 7 maart 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. A.J.M. Arentz-Veldkamp, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door M.L. Steeksma-Valente. De zaak betreft een verzoek om proceskostenveroordeling na een intrekking van het beroep door eiser, die eerder een tussenuitspraak had ontvangen op 20 december 2022. Verweerder had op 25 januari 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het bezwaar tegen het bestreden besluit gegrond werd verklaard. Eiser kreeg recht op een uitkering op grond van de Ziektewet per 6 september 2020.
Eiser trok zijn beroep in en verzocht om vergoeding van de proceskosten. Verweerder gaf aan zich niet te verzetten tegen een proceskostenveroordeling, mits deze conform het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) was. De rechtbank deed uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overwoog dat, omdat het bestuursorgaan aan eiser tegemoet was gekomen, het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen kon worden.
De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.092,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Daarnaast moet verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 49,- vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.