ECLI:NL:RBDHA:2023:3677
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens procesbelang vervallen na overlijden eiseres
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, is eiseres, een Oekraïense vrouw, overleden voordat haar beroep kon worden behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op [datum] is overleden, wat betekent dat er geen procesbelang meer is bij de voortzetting van het geding. Eiseres had eerder een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid buiten behandeling gesteld. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft zij beroep ingesteld, maar na haar overlijden heeft haar gemachtigde de rechtbank geïnformeerd dat er geen belang meer is bij de behandeling van het beroep.
De rechtbank heeft op 3 februari 2023 de zitting gehouden, maar er was niemand verschenen namens eiseres. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat, gezien het overlijden van eiseres, het procesbelang aan de beoordeling van het beroep is komen te ontvallen. Dit leidt tot de conclusie dat het ingestelde beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis en openbaar gemaakt op 21 maart 2023. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.