ECLI:NL:RBDHA:2023:3731

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
22-7628
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Kazachse nationaliteit met een V-nummer, had op 8 december 2022 beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 10 november 2022 was genomen. Dit beroep was geregistreerd onder zaaknummer AWB 22/7627. Gelijktijdig met het beroepschrift heeft verzoeker verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zijn uitzetting zou worden opgeschort totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.

De voorzieningenrechter heeft op 21 maart 2023 in de bodemzaak het beroep ongegrond verklaard. Hierdoor was er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, in aanwezigheid van griffier mr. M.B.A. Mensink, en is openbaar gemaakt op 22 maart 2023. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/7628

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

geboren op [geboortedatum],
van Kazachse nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: M.J. Baaij),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (staatssecretaris).

Inleiding

Bij beroepschrift van 8 december 2022 heeft verzoeker beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit van de staatssecretaris van 10 november 2022. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer (AWB 22/7627).
Bij verzoekschrift van 8 december 2022 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het beroep is beslist.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Bij uitspraak van 21 maart 2023, heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak waarover dit verzoek om een voorlopige voorziening gaat ongegrond verklaard.
2. De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om een voorlopige voorziening af. Omdat de rechtbank het beroep ongegrond is verklaard, is namelijk geen voorlopige voorziening meer nodig.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.B.A. Mensink, griffier en openbaar gemaakt op 22 maart 2023 door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.