ECLI:NL:RBDHA:2023:3776
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot terugvordering van kinderopvangtoeslag en de rechtsgeldigheid van de toekenning
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de kinderopvangtoeslag van eiser voor het jaar 2018. Eiser had aanvankelijk een kinderopvangtoeslag van € 0,- vastgesteld gekregen door de Belastingdienst/Toeslagen, wat hij betwistte. Hij stelde dat hij recht had op een hogere toeslag, omdat hij gebruik maakte van de diensten van een au-pair. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst de kinderopvangtoeslag terecht niet heeft toegekend, omdat de opvang niet via een geregistreerd gastouderbureau heeft plaatsgevonden, zoals vereist volgens de Wet op de kinderopvang (Wko). Eiser had ook niet voldoende bewijs geleverd dat hij recht had op de toeslag.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard voor wat betreft de herziene berekening van de kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst had de toeslag herzien naar € 1.804,-, maar eiser meende recht te hebben op € 1.840,24. De rechtbank heeft de Belastingdienst veroordeeld om de kinderopvangtoeslag voor 2018 vast te stellen op € 1.804,- en heeft de proceskosten van eiser vergoed. De rechtbank heeft ook bepaald dat het betaalde griffierecht aan eiser moet worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.