ECLI:NL:RBDHA:2023:3778
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een aansluitende zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek middelgerelateerde- en verslavingsstoornissen. De officier van justitie had op 3 februari 2023 een verzoekschrift ingediend, ondersteund door diverse medische verklaringen en rapporten, waarin werd gesteld dat de betrokkene niet in staat was om het veroorzaakte gevaar toe te rekenen aan haar handelen door de ernst van haar stoornis. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 februari 2023 heeft de betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, verzet aangetekend tegen de verplichte zorg, stellende dat zij wilsbekwaam was en geen psychische stoornis had. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de betrokkene wilsonbekwaam is en dat er voldoende bewijs is dat haar psychische stoornis haar in staat van handelen ernstig beïnvloedt. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, met als doel het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De machtiging geldt tot en met 22 augustus 2023 en omvat onder andere het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie voor maximaal één week. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen en de beslissing is openbaar uitgesproken.