ECLI:NL:RBDHA:2023:3779

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
C/09/642261 / FA RK 23-830
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over klacht inzake verplichte geestelijke gezondheidszorg en toediening van medicatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2023 een beslissing genomen over een klacht die was ingediend door verzoeker, geboren in 1987, tegen de vorm van verplichte zorg die hem werd opgelegd. Verzoeker had een klacht ingediend bij de Wvggz Klachtencommissie op 23 december 2022, waarin hij zich verzette tegen de toediening van medicatie, specifiek clozapine, en verzocht om schorsing van deze beslissing. De klachtencommissie verklaarde de klacht op 10 januari 2023 ongegrond. De rechtbank heeft op 22 februari 2023 het verzoekschrift behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.W.E. Groot.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker lijdt aan een schizo-affectieve stoornis en dat zijn gedrag, voortvloeiend uit deze stoornis, leidde tot ernstig nadeel, waaronder agressie-incidenten. De rechtbank oordeelde dat de verplichte zorg in de vorm van medicatietoediening proportioneel en noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden. Verzoeker had betoogd dat hij niet psychotisch was en dat de voorgeschreven medicatie niet effectief was, maar de rechtbank oordeelde dat de psychiater voldoende had aangetoond dat verzoeker wilsonbekwaam was en dat de verplichte zorg gerechtvaardigd was.

De rechtbank verklaarde de klacht van verzoeker ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen reden was voor toewijzing. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 6 maart 2023, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 21 maart 2023. Tegen deze beslissing staat het rechtsmiddel van cassatie open, en tegen de afwijzing van de schadevergoeding staat hoger beroep open.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Enkelvoudige Kamer
Zaak-/rekestnummer: C/09/642261 / FA RK 23-830
Datum beschikking: 6 maart 2023
Beslissing over klacht ex artikel 10:7 lid 1 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Beschikking op het op 6 februari 2023 ingediende verzoekschrift van:

[naam01] ,

hierna te noemen: verzoeker,
geboren op [geboortedatum01] 1987 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
verblijvende te [verblijfplaats]
advocaat: mr. J.W.E. Groot te Wognum,
ter verkrijging van een beslissing over een klacht door verzoeker ingediend bij de Wvggz Klachtencommissie (hierna: de klachtencommissie) op 23 december 2022.
De zorgaanbieder wordt als belanghebbende aangemerkt.

Feiten en procesverloop

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen;
- de reactie op het verzoekschrift van [verblijfplaats] met bijlagen, d.d. 21 februari 2023;
- de brief van 21 december 2022 van de psychiater [psychiater01] ;
- de beschikking van de rechtbank op het verzoek tot schorsing van het besluit tot toedienen van medicatie.
Aan verzoeker wordt door zorgaanbieder verplichte zorg verleend krachtens een door deze rechtbank verleende zorgmachtiging van 24 augustus 2022 geldend uiterlijk tot en met 24 augustus 2023.
Verzoeker heeft bij brief van 23 december 2022 bij de klachtencommissie een klacht ingediend tegen de vorm van verplichte zorg het toedienen van medicatie. Verzoeker heeft tevens verzocht om op grond van artikel 10:5, eerste lid, Wvggz de beslissing om medicatie toe te dienen, te schorsen alsmede om een schadevergoeding toe te kennen.
De klachtencommissie heeft op 10 januari 2023 de klacht ongegrond verklaard en het verzoek tot het toekennen van een schadevergoeding afgewezen. Deze beslissing heeft de klachtencommissie op 10 januari 2023 aan verzoeker mondeling meegedeeld en op schrift op 17 januari 2023 aan verzoeker toegezonden.
Verzoeker heeft bij verzoekschrift verzocht de door hem ingediende klacht tegen de vorm van verplichte zorg het toedienen van medicatie alsnog gegrond te verklaren, alsmede de beslissing waartegen de klacht is gericht op grond van artikel 10:9, eerste lid, Wvggz, te schorsen, alsmede om een schadevergoeding toe te kennen
De rechtbank heeft op 22 februari 2023 het schorsingsverzoek afgewezen.
Op 22 februari 2023 is het verzoekschrift ter zitting van deze rechtbank behandeld door mr. L. Koper.
Daarbij zijn gehoord:
- verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat;
- de psychiater, [psychiater02] ;
- de psychiater en geneesheer-directeur, de heer [naam02] ;
- de arts-assistent, [naam03] .

Standpunten partijen

Verzoeker stelt zich op het standpunt dat de vorm van verplichte zorg het toedienen van medicatie niet had mogen en behoren te worden verleend. Hiertoe heeft verzoeker – kort weergegeven – aangevoerd hij niet wilde overstappen naar clozapine omdat dit niet goed voor hem is en hij daar geen gunstig effect van ervaart. Hij is de hele tijd in de war en heeft het gevoel dat hij hersendood wordt gemaakt. De kopstoot die hij had gegeven was uit zelfverdediging en heeft niet geleid tot letsel bij de ander. Voorts voldoet de behandeling met clozapine niet aan het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel. Volgens verzoeker werkte zijn vorige antipsychoticum depot zypadhera voldoende en was hij niet psychotisch of agressief. Verzoeker wil door met het zypadhera depot en is daar ook gemotiveerd voor waardoor er voldoende mogelijkheden zijn voor vrijwillige zorg. Verder is er vooraf geen overleg gevoerd of uitleg gegeven aan verzoeker waarom de clozapine beter voor hem is dan het middel wat hij al had. Hierdoor is het voor verzoeker niet duidelijk waarom de behandeling die hij al onderging en waar hij voor gemotiveerd was niet kon worden voortgezet.
Voorts stelt de verzoeker dat de wilsbekwaamheid van verzoeker niet beoordeeld is op het moment dat het besluit genomen moest worden. Er is geen beslissing ex artikel 1:5 Wvggz bekend en evenmin blijkt uit de aanzegging van de zorgverantwoordelijke dat de beoordeling van de wilsbekwaamheid heeft plaatsgevonden. Daarbij betwist verzoeker dat sprake is van ernstig nadeel in de vorm van acuut levensgevaar alsmede ernstig nadeel voor derden of zaken. Ten tijde van het verlenen van de vorm van verplichte zorg was er sprake van wilsbekwaam verzet en hadden de wensen en voorkeuren van verzoeker gehonoreerd moeten worden ten aanzien van de verplichte zorg.
De verzoeker verzoekt daarom de klachten gegrond te verklaren en een schadevergoeding toe te kennen. De onterechte dwangbehandeling is zeer ingrijpend voor verzoeker en betekent een forse schending van zijn lichamelijke integriteit. Een schadevergoeding van €100,- voor elke dag dat verzoeker deze dwangbehandeling moet ondergaan, wordt in overeenstemming met de aard en ernst van het verzuim geacht. De dwangbehandeling is effectief gestart op de dag van de mondelinge uitspraak van de klachtencommissie, te weten 10 januari 2023. Voor het verzuim van de zorgverantwoordelijke de wilsbekwaamheid te beoordelen, dan wel het wilsbekwaam verzet te honoreren, en voor het nalaten van overleg over de voorgenomen beslissing wordt een schadevergoeding van €100,- gevorderd.
Namens de zorgaanbieder is – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat verzoeker op 15 december 2022 op de [verblijfplaats01] was opgenomen om ingesteld te worden op clozapine. In [plaats01] was er sprake van een manisch-psychotisch toestandsbeeld en hadden er meerdere agressie-incidenten plaatsgevonden. Ook in de huidige accommodatie werd een psychotisch toestandsbeeld waargenomen waarbij sprake was van veel agitatie en paranoïde. Er zijn al veel verschillende antipsychotica geprobeerd bij verzoeker met weinig resultaat. Verzoeker is zorgvuldig geïnformeerd over de overstap naar clozapine. Samen met de psychiater en de verzoeker is meerdere malen uitvoerig besproken dat er met clozapine gestart zou worden en dit is ook schriftelijk aan hem uitgelegd door de psychiater uit [plaats01] . Er wordt door verzoeker getwijfeld aan de proportionaliteit van het middel. Clozapine is een van de laatste middelen die je kan inzetten om iemand uit een psychose te halen als iemand therapieresistent is. De clozapine is nu een aantal weken opgebouwd en inmiddels beginnen de waarden in de buurt te komen en gaat het beter met verzoeker. Hij krijgt de medicatie inmiddels oraal en is rustiger in het contact en georganiseerder dan eerst. Zijn verlof wordt opgestart en verzoeker is aangemeld bij begeleid wonen. Ten aanzien van de wilsbekwaamheid heeft de psychiater aangevoerd dat de wilsbekwaamheid altijd wordt beoordeeld op het moment dat de patiënt verplichte zorg wordt aangezegd. De psychiater heeft deze beoordeling ook gedaan bij verzoeker en hem om verschillende redenen wilsonbekwaam geacht. De feiten en omstandigheden die zijn geschetst bij de aanzegging maken ook duidelijk dat deze beoordeling is gedaan door de psychiater. De psychiater heeft echter verzuimd om dit ook op het formulier aan te kruisen. Dit komt onder andere doordat het formulier niet erg gebruiksvriendelijk is en het ICT systeem dit onvoldoende faciliteert.

Beoordeling

OntvankelijkheidDe rechtbank stelt allereerst vast dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek, aangezien het verzoekschrift binnen de in artikel 10:7, tweede lid, Wvggz gestelde termijn bij de rechtbank is ingediend.
Ten aanzien van de toepassing van verplichte zorg
Voor het toepassen van verplichte zorg moet sprake zijn van ernstig nadeel dat wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. De rechtbank stelt vast, mede gelet op de beschikking van 24 augustus 2022 waarbij een zorgmachtiging is verleend die kracht van gewijsde heeft, dat bij verzoeker sprake is van een psychische stoornis, te weten: een schizo-affectieve stoornis in combinatie met misbruik van middelen.
De rechtbank stelt ook vast dat de psychische stoornis van verzoeker leidt tot ernstig nadeel. Vanuit de stoornis is sprake van achterdocht, paranoïde en zowel verbale als fysieke agressie. Hierdoor was er sprake van aanhoudende gevaarlijke situaties en hebben in de periode voorafgaand aan het verlenen van de verplichte zorg agressie-incidenten plaatsgevonden in de accommodatie, waaronder een kopstoot van verzoeker aan een medepatiënt.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting op 22 februari 2023 naar voren is gebracht, volgt dat de toepassing van verplichte zorg in de vorm van het toedienen van medicatie proportioneel en noodzakelijk is ter afwending van het ernstig nadeel, ter stabilisatie van de geestelijke gezondheid van verzoeker, om de geestelijke gezondheid van verzoeker dusdanig te herstellen dat de autonomie zoveel mogelijk wordt herwonnen, om de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van verzoeker te stabiliseren of te herstellen.
Niet is gebleken dat er minder bezwarende alternatieven zijn. Verzoeker is aangeboden om op vrijwillige basis clozapine in te nemen. Verzoeker stelde zich echter meermaals op het standpunt dat hij niet psychotisch is en geen clozapine wilde. Desondanks heeft verzoeker dermate agressief gedrag vertoond dat verplicht ingrijpen middels medicatie noodzakelijk is gebleken. Door het gebrek aan ziektebesef en -inzicht kan er niet voldoende op worden vertrouwd dat de medicamenteuze behandeling met clozapine op vrijwillige basis kan worden voortgezet.
Voorts is een dergelijke medicamenteuze behandeling over het algemeen doelmatig gebleken. Behandeling middels antipsychotica is over het algemeen doelmatig voor de behandeling van psychotische klachten. Het antipsychoticum van verzoeker, depot zypadhera, had onvoldoende effect op het toestandsbeeld van verzoeker en ook vele andere medicatie hebben niet het gewenste effect gehad. Clozapine wordt blijkens de toelichting van de psychiater in dergelijke situaties aanbevolen voor de afname van de psychotische klachten.
Ten slotte is de verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief gebleken. Sinds de start van de clozapine op 12 januari 2023 is er sprake van een voorzichtig herstel bij verzoeker. Hij is rustiger in het contact en beter begeleidbaar en op 15 februari 2023 is verloffase 1 aan hem toegekend. Door de medicamenteuze behandeling met clozapine voort te zetten, zal het ernstig nadeel verder worden afgenomen, waarna kan worden toegewerkt naar terugplaatsing naar [plaats01] , dan wel het doorstromen naar begeleid wonen.
Gelet op het voorgaande, is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarden voor de verplichte toediening van de medicatie, waarbij de rechtbank tevens van oordeel is dat de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid in acht zijn genomen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de klacht van verzoeker ongegrond moet worden verklaard.
Ten aanzien van de wilsbekwaamheidIn artikel 8:9 lid 4 Wvggz is onder meer bepaald dat de zorgverantwoordelijke, indien verplichte zorg wordt toegepast, onverminderd het bepaalde in artikel 1:5, na overleg met de vertegenwoordiger in het dossier met vermelding van de datum en het tijdstip schriftelijk vastlegt of betrokkene tot een redelijke waardering van zijn belangen in staat is, en er een acuut levensgevaar dreigt voor betrokkene dan wel er een aanzienlijk risico is voor een ander op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, of om ernstig in zijn ontwikkeling te worden geschaad, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
De Hoge raad heeft in de onderdelen 3.1.2. en 3.1.3. van zijn beschikking van 4 februari 2022 het volgende overwogen:
“3.1.2. Art. 2:1 lid 6 Wvggz bepaalt dat de wensen en voorkeuren van de betrokkene ten aanzien van de verplichte zorg worden gehonoreerd, tenzij
a. de betrokkene niet tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake in staat is, of
b. acuut levensgevaar voor de betrokkene dreigt dan wel er een aanzienlijk risico voor een ander is op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, of om ernstig in zijn ontwikkeling te worden geschaad, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
3.1.3 Uit de toelichting op deze bepaling volgt dat zogeheten wilsbekwaam verzet moet worden gerespecteerd indien de psychische stoornis van de patiënt alleen een aanmerkelijke kans op schade voor de betrokkene zelf veroorzaakt. Hiermee is beoogd – overeenkomstig internationale verplichtingen – tot uitdrukking te brengen dat evenveel waarde wordt gehecht aan de eigen mening en instemming van een wilsbekwaam persoon met een psychische stoornis als aan die van een wilsbekwaam persoon zonder psychische stoornis. De honorering van wilsbekwaam verzet geldt voor zowel de voorbereiding, de afgifte, de uitvoering als de beëindiging van de crisismaatregel of de zorgmachtiging, dus gedurende de gehele procedure. Ook geldt de honorering van wilsbekwaam verzet voor alle vormen van verplichte zorg, aldus de wetsgeschiedenis.
[…]”
In de beslissing tot het verlenen van de vorm van verplichte zorg toedienen van medicatie heeft de zorgverantwoordelijke het actuele toestandsbeeld van verzoeker toegelicht. De psychiater heeft toegelicht dat het uitstellen van de dwangbehandeling met clozapine voor verzoeker en zijn omgeving niet verantwoord is. De psychose van verzoeker blijft niet goed weg, waardoor met name achterdocht en paranoïde gedachten geregeld opspelen, waarbij verzoeker agressief kan zijn. Die agressie kan in woorden zijn maar ook in daden zoals de recentelijke kopstoot die verzoeker aan een medepatiënt uitdeelde zonder dat daar een aanleiding voor was, aldus de psychiater. De rechtbank is van oordeel dat de psychiater ten tijde van de aanzegging van de vorm van verplichte zorg aldus inzicht heeft geboden in haar beoordeling van de wilsonbekwaamheid van verzoeker. De psychiater heeft immers de actuele feiten en omstandigheden van de situatie geschetst en daarmee afdoende gemotiveerd dat de psychische stoornis niet alleen een aanmerkelijke kans op schade voor verzoeker zelf veroorzaakt, maar ook een aanzienlijk risico voor derden oplevert. Hierbij wijst de rechtbank op de omschrijving van het agressieve gedrag van verzoeker, in het bijzonder de kopstoot die verzoeker recentelijk voorafgaand aan het besluit tot het verlenen van verplichte zorg zonder aanleiding aan een medepatiënt heeft uitgedeeld. De psychiater heeft ter zitting afdoende toegelicht dat zij daarmee heeft vastgesteld dat verzoeker wilsonbekwaam was ter zake de voorgenomen verplichte zorg. Dat deze beoordeling niet expliciet is opgenomen in de beslissing tot het verlenen van de vorm van verplichte zorg, wat mede valt te wijten aan het ICT-systeem van de zorgaanbieder, betekent niet dat de beoordeling niet heeft plaatsgevonden. Gelet hierop is de zorgverantwoordelijke naar het oordeel van de rechtbank gerechtvaardigd overgegaan tot het toepassen van verplichte zorg.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de klacht van verzoeker op dit onderdeel ongegrond moet worden verklaard.
Ten aanzien van de schadevergoeding
Nu de klacht van verzoeker ongegrond zal worden verklaard, bestaat er voor toewijzing van het verzoek tot het toekennen van een schadevergoeding geen reden. Dit verzoek zal derhalve worden afgewezen.

Beslissing:

De rechtbank:
verklaart de klacht ongegrond;
wijst af het verzoek tot toekenning van schadevergoeding.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. Koper, rechter, bijgestaan door mr. V.A.H. Schoorl als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 maart 2023.
Tegen de beslissing op de klacht staat het rechtsmiddel van cassatie open.
Tegen de op het verzoek tot toekenning van schadevergoeding staat het rechtsmiddel van hoger beroep open.