ECLI:NL:RBDHA:2023:3922
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. Willems - Keekstra
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag om uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een Iraakse vrouw, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om haar aanvraag om uitstel van vertrek af te wijzen. Eiseres had op 8 januari 2021 een aanvraag ingediend op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, maar haar verzoek werd afgewezen op 28 januari 2022. De staatssecretaris baseerde zijn besluit op een advies van het Bureau Medische Advisering (BMA), dat stelde dat de noodzakelijke medische behandeling in Irak beschikbaar en toegankelijk is. Eiseres betoogde dat de medische zorg in Irak niet adequaat is en dat zij een reëel risico loopt op schending van artikel 3 van het EVRM bij terugkeer.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zorgvuldig had gehandeld en geen aanvullend advies van het BMA hoefde aan te vragen. Eiseres had niet voldoende bewijs geleverd dat de medische zorg in Irak niet toegankelijk was. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, wat betekent dat eiseres geen uitstel van vertrek kreeg. De rechtbank benadrukte dat eiseres een nieuwe aanvraag kan indienen als haar medische situatie verandert. De uitspraak werd gedaan door mr. L. Willems - Keekstra, in aanwezigheid van griffier mr. E.A. Ruiter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.