ECLI:NL:RBDHA:2023:3967

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
27 maart 2023
Zaaknummer
NL23.5091 en NL23.5093
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in de zaken NL23.5091 en NL23.5093, waarin verzoekers een voorlopige voorziening vroegen. De verzoekers, [naam 1] en [naam 2], hebben samen met hun minderjarige kind een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De afwijzing van de asielaanvragen vond plaats op 10 februari 2023 en werd als kennelijk ongegrond bestempeld. Tevens is er een inreisverbod voor twee jaar opgelegd aan de verzoekers, met uitzondering van het minderjarige kind.

De verzoekers hebben tegen de afwijzing van hun asielaanvragen beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft de verzoeken op 10 maart 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel verzoekers als verweerder aanwezig waren. Na de behandeling heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan op de beroepen van verzoekers. Aangezien de rechtbank al uitspraak had gedaan op de beroepen, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.5091 en NL23.5093

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam 1] , verzoeker,

V-nummer: [nummer 1] ,
[naam 2], verzoekster,
V-nummer: [nummer 2] ,
mede namens hun minderjarige kind:
[naam 3],
V-nummer: [nummer 3] ,
hierna tezamen: verzoekers
(gemachtigde: mr. T. Bruinsma),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.J. Rossingh).

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 10 februari 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de opvolgende asielaanvragen van verzoekers afgewezen als kennelijk ongegrond. Daarnaast is aan verzoekers een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaren. Het inreisverbod geldt niet voor het minderjarige kind van verzoekers.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten afzonderlijk beroep ingesteld en de voorzieningenrechter afzonderlijk verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De beroepen zijn geregistreerd onder zaaknummers NL23.5090 en NL23.5092.
De rechtbank heeft de verzoeken, samen met de beroepen op 10 maart 2023 op zitting behandeld. Verzoekers en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Het onderzoek is ter zitting gesloten.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen van verzoekers. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.