ECLI:NL:RBDHA:2023:4190
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen
Op 16 maart 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige01] en [minderjarige02]. Het verzoek tot verlenging is ingediend door Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden, de gecertificeerde instelling die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming, en heeft de zaak met gesloten deuren behandeld. De vader en de moeder van de minderjarigen zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de kinderen verblijven feitelijk in een gezinshuis.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van de minderjarigen eerder was verlengd en dat de huidige situatie van de kinderen, die zich goed ontwikkelen in het gezinshuis, een verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing rechtvaardigt. De kinderrechter oordeelt dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, en dat het noodzakelijk is om de jeugdbeschermer betrokken te houden bij de huidige woonsituatie en hulpverlening van de kinderen.
De beslissing houdt in dat de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] en [minderjarige02] wordt verlengd van 21 maart 2023 tot 21 maart 2024, en dat de machtiging tot uithuisplaatsing eveneens wordt verlengd voor dezelfde periode. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.