Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 23 maart 2023, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 1 december 2021. De rechtbank oordeelt dat verweerder binnen zes maanden na de aanvraag had moeten beslissen, wat betekent dat de termijn op 1 juni 2022 verstreken was. Eiseres heeft verweerder op 13 september 2022 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank besluit dat verweerder alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, maar erkent dat er bijzondere omstandigheden zijn, zoals achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. Daarom wordt een verlengde beslistermijn van maximaal zestien weken gegeven.
De rechtbank oordeelt verder dat, hoewel de Tijdelijke wet bepaalt dat er geen bestuurlijke dwangsommen kunnen worden verbeurd, dit niet geldt voor rechterlijke dwangsommen. Verweerder wordt veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Aangezien het beroep gegrond is, krijgt eiseres ook een vergoeding voor de proceskosten, die op € 418,50 wordt vastgesteld. De rechtbank vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit en draagt verweerder op om binnen de gestelde termijn alsnog een besluit bekend te maken.