ECLI:NL:RBDHA:2023:4247

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 maart 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
NL22.23721 23722 23723
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvragen en proceskostenvergoeding na niet tijdig beslissen

In deze zaak hebben verzoekers, die asiel hebben aangevraagd, op 21 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen, ingediend op 1 december 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 10 maart 2023 drie afzonderlijke besluiten genomen waarbij de asielaanvragen van de verzoekers zijn ingewilligd. Na deze inwilliging hebben de verzoekers hun beroepen ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten door de verweerder.

De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Aangezien de verweerder niet binnen de geldende termijn op de asielaanvragen heeft beslist en deze aanvragen hangende de beroepen zijn ingewilligd, is de verweerder geheel tegemoetgekomen aan de beroepen van de verzoekers.

De verzoeken zijn als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank heeft de verweerder veroordeeld in de door verzoekers gemaakte proceskosten, vastgesteld op € 418,50. Dit bedrag is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb), waarbij rekening is gehouden met de wegingsfactor ‘licht’, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.23721, NL22.23722 en NL22.23723

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1], verzoeker 1, V-nummer: [nummer 1]

[naam 2], verzoeker 2, V-nummer: [nummer 2]
[naam 3], verzoeker 3, V-nummer: [nummer 3]
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekers
(gemachtigde: mr. E.W.B. van Twist),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: R.C. de Goede).

Procesverloop

Verzoekers hebben op 21 november 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen van 1 december 2021.
Bij drie afzonderlijke besluiten van 10 maart 2023 heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers ingewilligd.
Verzoekers hebben de beroepen ingetrokken en daarbij verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. Nu verweerder niet binnen de hiervoor geldende termijn op de asielaanvragen van verzoekers heeft beslist en deze aanvragen hangende de beroepen tegen het niet tijdig beslissen heeft ingewilligd, is verweerder geheel aan de beroepen van verzoekers tegemoetgekomen.
3. De verzoeken worden als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Bpb voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 (1 punt voor het indienen van drie samenhangende beroepschriften met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.