ECLI:NL:RBDHA:2023:4278
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse nationaliteit op sociaaleconomische gronden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in de zaken NL23.1562 en NL23.1563, waarbij de eiser, een Algerijnse nationaliteit claimende persoon, zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met als argument dat de redenen voor vertrek uit Algerije voornamelijk sociaaleconomische motieven zijn en niet voldoen aan de criteria voor vluchtelingenstatus. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 9 februari 2023 was eiser afwezig, maar zijn gemachtigden waren aanwezig. Eiser heeft gesteld dat zijn omstandigheden in Algerije uitzichtloos zijn, maar de rechtbank oordeelt dat de door eiser aangevoerde redenen niet voldoende zijn om te concluderen dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Algerije. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd van zijn identiteit en nationaliteit, en dat zijn verklaringen over sociaaleconomische motieven niet als relevante gronden voor asiel kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen connexiteit meer was tussen de zaken. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris op goede gronden de asielaanvraag heeft afgewezen en dat er geen proceskosten hoeven te worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser kan binnen een week na verzending van de uitspraak een beroepschrift indienen bij de Raad van State als hij het niet eens is met de uitspraak.