ECLI:NL:RBDHA:2023:4414
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake verblijfsvergunning asiel door vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van een verblijfsvergunning asiel. Eiser, van Tunesische nationaliteit, had een aanvraag ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling werd genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser was op 6 februari 2023 met onbekende bestemming vertrokken en had sindsdien geen contact meer gehad met zijn gemachtigde, mr. H.A. Limonard.
De rechtbank heeft het beroep behandeld op 28 maart 2023, maar beide partijen zijn niet verschenen. De rechtbank heeft overwogen dat eiser geen procesbelang meer heeft, aangezien hij met onbekende bestemming is vertrokken en zijn gemachtigde geen contact meer met hem heeft. Dit leidt tot de conclusie dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 30 maart 2023 en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.