ECLI:NL:RBDHA:2023:4557
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Senegalese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 17 februari 2023 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Bij deze afwijzing is verzoeker een vertrektermijn onthouden en is er een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 9 maart 2023 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. M. Pals, en een tolk, M. Papa Diagné, aanwezig was. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. P. Boelhouwer. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er een andere uitspraak was gedaan in een gerelateerde zaak (NL23.5278), waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 maart 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.