Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 januari 2023 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
de leerplichtambtenaar van de gemeente Den Haag, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
7.1 Verweerder heeft gemotiveerd hoe opnieuw naar de gevraagde gegevens onderzoek is gedaan en niet ongeloofwaardig gesteld dat er niet meer gegevens zijn. Volgens vaste rechtspraak van de hoogste bestuursrechter is het aan eiseres om aannemelijk te maken dat deze documenten er zijn. [2] Verwijzingen naar namen, gesprekken en telefoonnotities acht de rechtbank niet voldoende om daadwerkelijk aannemelijk te maken dat meer persoonsgegevens aanwezig zijn dan verweerder heeft overlegd. Verweerder heeft aan het doel van artikel 15 van de AVG voldaan door eiseres op de hoogte te stellen van de bij hem over haar kinderen aanwezige persoonsgegevens en de verwerkingen van de persoonsgegevens. Hiermee is eiseres in staat gesteld om de juistheid van deze persoonsgegevens alsmede de rechtmatigheid van die verwerkingen te controleren en zo nodig verdere stappen op grond van de AVG of andere regelgeving te ondernemen. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674-.