ECLI:NL:RBDHA:2023:4632
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, van Venezolaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 15 februari 2023 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 9 maart 2023, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. S.J. Koolen, en een tolk, J. Delhaas. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. P. Boelhouwer.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de rechtbank in een andere zaak, NL23.5467, op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier mr. L.E. Mollerus, en is openbaar gemaakt op 24 maart 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.