ECLI:NL:RBDHA:2023:4702
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- L. Willems - Keekstra
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak op beroep
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Weerman, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze procedure, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 22 maart 2023, samen met een andere zaak (NL23.6141). In de uitspraak van diezelfde dag is door de rechtbank op het beroep van verzoeker beslist. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
Daarnaast is er in deze uitspraak geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L. Willems - Keekstra, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.