ECLI:NL:RBDHA:2023:4742
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De maatregel was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 27 december 2022. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten.
De rechtbank overweegt dat zij eerder de maatregel van bewaring heeft getoetst en dat eerdere beroepen ongegrond zijn verklaard. De rechtbank stelt vast dat de maatregel rechtmatig was tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan de eerdere uitspraak ten grondslag lag. De rechtbank beoordeelt nu of de maatregel van bewaring sinds dat moment nog steeds rechtmatig is. Eiser voert aan dat er geen zicht is op uitzetting naar Marokko, aangezien hij al drie maanden in vreemdelingenbewaring zit zonder dat er een laissez passer is afgegeven.
Verweerder stelt echter dat er voldoende voortvarend wordt gehandeld, onder andere door het houden van vertrekgesprekken en het rappelleren bij de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat er geen redelijk zicht op uitzetting is of dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt. De rechtbank wijst erop dat eiser zelf niet wil meewerken aan zijn terugkeer en dat er ontwikkelingen zijn omtrent de aanvraag van de laissez passer.
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat het beroep ongegrond is en wijst zij ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.