ECLI:NL:RBDHA:2023:4768
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.A.M. Elzakkers
- Z.E.M. van der Maas
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak
In de zaak tussen de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.L. van Leer, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door M. Ruijzendaal, heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de Staatssecretaris op 12 januari 2023 buiten behandeling was gesteld. Dit gebeurde omdat de verzoeker niet was verschenen op een nadere gehoor op 28 december 2022. Tevens was er een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor twee jaar opgelegd aan de verzoeker.
Naar aanleiding van het bestreden besluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek is samen met het beroep behandeld op 7 februari 2023. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de eerdere uitspraak op 16 februari 2023, het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig is.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.