ECLI:NL:RBDHA:2023:4818

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
AWB 22/2484
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft verzoekster, een vreemdeling, bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 20 april 2022 is genomen. Verzoekster heeft op 20 april 2022 een bezwaarschrift ingediend tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Staatssecretaris heeft op 4 november 2022 het bezwaar ongegrond verklaard, waarna verzoekster beroep heeft ingesteld. De voorzieningenrechter heeft op 6 april 2023 uitspraak gedaan in de bodemzaak en het beroep ongegrond verklaard. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt op 6 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/2484

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoekster

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. N.B. Swart),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Inleiding

Bij bezwaarschrift van 20 april 2022 heeft verzoekster bezwaar gemaakt tegen het besluit van de staatssecretaris van 20 april 2022. Tevens heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij besluit van 4 november 2022 heeft verweerder het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld, zodat het verzoek om een voorlopige voorziening hangende bezwaar gelijkgesteld wordt met een verzoek gedaan hangende het beroep.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Bij uitspraak van 6 april 2023, heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak waarover dit verzoek om een voorlopige voorziening gaat ongegrond verklaard.
2. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
1.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Nieuwenhuis, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.B.A. Mensink, griffier en openbaar gemaakt op 6 april 2023 door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.