ECLI:NL:RBDHA:2023:4825
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaken na afwijzing verblijfsvergunning aanvragen
Op 6 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL23.7745, NL23.7822 en NL23.7824, waarbij de voorzieningenrechter, mr. A.W. Wassink, de verzoeken om een voorlopige voorziening heeft afgewezen. De verzoekers, een gezin dat asiel heeft aangevraagd, hadden tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Deze besluiten, genomen op 8 maart 2023, betroffen de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
De verzoekers zijn op 31 maart 2023 verschenen voor de voorzieningenrechter, bijgestaan door hun gemachtigde, mr. I.M. Zuidhoek, en met de hulp van een tolk. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.D. Albarda. Tijdens de zitting is het procesverloop besproken en zijn de verzoeken om een voorlopige voorziening behandeld. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, in de zaken NL23.7744, NL23.7821 en NL23.7823, al uitspraak gedaan op de beroepen van de verzoekers, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.