ECLI:NL:RBDHA:2023:4841
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag om een mvv met dwangsom en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). De rechtbank Den Haag heeft op 27 maart 2023 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiser heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank is toegewezen. De verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft in zijn verweerschrift verzocht om een beslistermijn van twaalf weken, waarbij hij voornemens was om herstelverzuim te bieden voor het aanleveren van aanvullende informatie. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat verweerder extra tijd krijgt voor het nemen van een besluit. De aanvraag was ingediend op 12 april 2022 en de beslistermijn was al op 11 oktober 2022 verstreken. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen en dat hij een dwangsom van € 100,- per dag verbeurt voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 627,75, vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht.