ECLI:NL:RBDHA:2023:4848
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsing in handhavings- en toezichtlocatie door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 6 april 2023, wordt het beroep van eiser, een Algerijnse nationaliteit, tegen het besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) van 28 december 2022 tot plaatsing in de handhavings- en toezichtlocatie (htl) in Hoogeveen beoordeeld. Eiser is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M.A.C. de Vilder – van Overmeire, terwijl het COa wordt vertegenwoordigd door mr. J.P.M. Wuite. Tijdens de zitting op 4 april 2023 zijn eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, maar de gemachtigde van het COa was wel aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zich op 23 december 2022 agressief heeft gedragen in de opvanglocatie Zoutkamp, wat heeft geleid tot zijn plaatsing in de htl. Eiser heeft de htl op 29 december 2022 vrijwillig verlaten, waardoor de vrijheidsbeperkende maatregel is opgeheven. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien hij vrijwillig is vertrokken en de gevolgen daarvan heeft aanvaard. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk en wordt er geen proceskostenvergoeding toegekend.
De uitspraak benadrukt dat een partij die het niet eens is met deze beslissing binnen vier weken een hogerberoepschrift kan indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met de mogelijkheid om een voorlopige voorziening aan te vragen indien spoed vereist is.