ECLI:NL:RBDHA:2023:4860

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 februari 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
22/4662
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing verzoek om functieonderhoud en functiewaardering door de commandant Divisie Personeel en Organisatie Defensie

In deze zaak heeft eiser, een burgerambtenaar bij het Ministerie van Defensie, beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om functieonderhoud en functiewaardering. Eiser was werkzaam als Medior Adviseur Beleidsondersteuning & -implementatie en stelde dat hij structureel op het niveau van Senior Adviseur BOI werkte, waarvoor een hogere salarisschaal geldt. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 9 januari 2023, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en de verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde en een voormalig clusterhoofd.

De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat zijn werkzaamheden wezenlijk afweken van de functiebeschrijving van Medior Adviseur BOI. Eiser had weliswaar werkzaamheden verricht die ook door een Senior Adviseur BOI worden uitgevoerd, maar de rechtbank concludeerde dat de verschillen in verantwoordelijkheden en taken significant waren. Eiser had niet aangetoond dat hij leiding had gegeven aan multidisciplinaire projecten, wat een belangrijke taak is voor de Senior Adviseur. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was voor een nieuwe functiebeschrijving en verklaarde het beroep ongegrond.

De uitspraak werd gedaan door mr. A.M. de Wit op 20 februari 2023, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Eiser heeft de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/4662

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 februari 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. F. Aarts),
en

de commandant Divisie Personeel en Organisatie Defensie, verweerder

(gemachtigde: mr. B. Rikhof)

Procesverloop

In het besluit van 7 oktober 2021 (primair besluit) heeft verweerder het verzoek van eiser om functieonderhoud en functiewaardering afgewezen.
In het besluit van 28 juni 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 9 januari 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verder was voor verweerder aanwezig mevrouw [A], voormalig clusterhoofd van eiser.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1.1.
Eiser is op 1 oktober 2016 aangesteld als burgerambtenaar bij het
Ministerie van Defensie. Bij besluit van 25 juni 2020 is aan eiser met ingang van 1 augustus 2020 bij de Afdeling Beleidsimplementatie & -ondersteuning de functie van [functienaam] toegewezen. Aan deze functie is salarisschaal 12 verbonden. Met het besluit van 25 mei 2021 is eiser geïnformeerd over het reorganisatietraject en de definitieve vaststelling van het reorganisatieplan van de afdeling Coördinatie & Beleidsimplementatie. Eiser is met ingang van 1 juni 2021 in de functie van Medior Adviseur Beleidsondersteuning & -implementatie (BOI) geplaatst in de nieuwe organisatie. De functie is zonder wijzigingen overgeheveld.
1.2.
Op 9 januari 2021 heeft eiser een verzoek ingediend om de functiebeschrijving van Senior adviseur BOI op eiser van toepassing te verklaren. Deze functie is gewaardeerd met salarisschaal 13. Eiser is van mening dat hij structureel op het niveau van Senior Adviseur BOI (schaal 13) werkt in plaats van op het niveau van Medior Adviseur BOI (schaal 12).
Subsidiair verzoekt eiser om een persoonsgebonden functiebeschrijving, die daarna gewaardeerd kan worden.
1.3.
Eiser is bij besluit van 15 juni 2022 op zijn eigen verzoek geplaatst op een andere functie binnen Defensie per 1 augustus 2022. Eiser is geplaatst in de functie Senior Adviseur bij een andere afdeling, met salarisschaal 12.
Wat vindt verweerder?
2.1.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn werkzaamheden gedurende langere periode wezenlijk afwijken van de
functiebeschrijving Medior Adviseur BOI. Weliswaar zijn er overeenkomsten aan
te wijzen tussen deze functie en die van Senior Adviseur BOI, maar de functie van
Senior Adviseur BOI is toch wezenlijk anders dan die van eiser. Er is dan ook geen aanleiding om de functiebeschrijving aan te passen. Eiser verwijst ten onrechte naar de functiewaarderingscriteria [1] , omdat deze eerst aan de orde zijn bij de functiewaardering. De functiebeschrijving vormt de basis voor functiewaardering en nu deze niet hoeft te worden aangepast, komt verweerder ook niet aan een (her)waardering van de functie toe.
Wat vindt eiser?
3.1
Eiser voert aan dat hij wel aannemelijk heeft gemaakt dat de aan hem feitelijk opgedragen werkzaamheden, zijn werkomgeving, zijn speelruimte, zijn vaardigheden en zijn contacten gedurende langere tijd wezenlijk afweken van de organieke functiebeschrijving van Medior adviseur BOI. Deze werkzaamheden zouden volgens de functiewaarderingscriteria leiden tot een hogere score, waardoor eiser ingeschaald kan worden in salarisschaal 13 en de functiebeschrijving van Senior adviseur BOI op hem van toepassing moet worden geacht. Eiser maakt daarom per 9 juni 2021 aanspraak op de bijbehorende bezoldiging vermeerderd met de wettelijke rente. Het bestreden besluit is ondeugdelijk gemotiveerd en onzorgvuldig voorbereid.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Procesbelang?
4.1.
Allereerst beoordeelt de rechtbank of eiser nog procesbelang heeft bij de onderhavige procedure. Eiser is immers bij besluit van 15 juni 2022 geplaatst in een andere functie binnen Defensie. Volgens verweerder is het procesbelang van eiser louter financieel, nu, het niet (meer) gaat om de waardering van de huidige functie van eiser, maar eiser per 9 juni 2021 bezoldigd wenst te worden als Senior adviseur BOI in salarisschaal 13.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat eiser procesbelang heeft bij de onderhavige procedure. Indien eisers standpunt moet worden gevolgd dat het functieonderhoud ertoe leidt dat op eiser met terugwerkende kracht de functiebeschrijving van Senior adviseur BOI van toepassing moet worden verklaard met de daarbij behorende schaal 13, zou zijn uitgangspositie voor zijn nieuwe functie ook een andere zijn geweest. Eiser kan dan ook met de beoordeling van het beroep in een betere positie geraken.
Wat is het toetsingskader?5.1. Bij het vaststellen van een organieke functiebeschrijving komt het bestuursorgaan beleidsvrijheid toe. In een organieke functiebeschrijving staan de door het bestuursorgaan aan de betrokken functionaris opgedragen werkzaamheden, gelet op de inrichting van de organisatie zoals het bestuursorgaan die voor ogen staat.
5.2.
Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) [2] gaat het bij een verzoek om functieonderhoud om de beantwoording van de vraag of de feitelijk opgedragen werkzaamheden gedurende langere tijd wezenlijk afwijken van de functiebeschrijving. Het is aan de ambtenaar om dat aannemelijk te maken. Daarbij is het niet doorslaggevend of bepaalde werkzaamheden kunnen worden gerangschikt onder een andere organieke functie, maar of zij wezenlijk afwijken van de eigen functie. Het is goed mogelijk dat functies elkaar in zekere mate overlappen [3] . Anders dan verweerder stelt, geldt in dit geval geen terughoudende toets. Het rekest van eiser ziet op de uitoefening van de functie sinds de plaatsing na de reorganisatie, dus sinds 1 augustus 2020.
Wat zijn de feiten?
6.1.
Naar aanleiding van hetgeen ter zitting is besproken, gaat de rechtbank uit van de volgende feiten. Eiser was van 1 augustus 2020 tot 1 augustus 2022 werkzaam als Medior adviseur binnen het cluster Financiën &Arbeidsrechtelijke Rechtspositie (F&AR), bij de Afdeling Coördinatie & Beleidsimplementatie (C&BI). Binnen de afdeling zijn negen formatieplekken. Dit betreft twee Senior adviseurs, vijf Medior adviseurs en twee adviseurs. Deze adviseurs hebben inhoudelijk dezelfde functie, maar worden van elkaar onderscheiden in de niveaus Junior, Medior en Senior. Zij staan niet in een hiërarchische verhouding tot elkaar, maar vallen allemaal direct onder het clusterhoofd van de afdeling. Om binnen de afdeling door te groeien naar een hogere functie is het noodzakelijk te solliciteren op een vrijgekomen militaire of burgerstoel. Dit gebeurt met grote regelmaat, vanwege de tijdelijke plaatsingen van militairen. Sinds de plaatsing van eiser is één keer een functie van Senior adviseur BOI vrijgekomen, waar eiser zonder succes op heeft gesolliciteerd.
6.2.
Met betrekking tot de werkverdeling heeft verweerder ter zitting uiteengezet dat er twee manieren zijn waarop de werkzaamheden worden verdeeld over de adviseurs. Door middel van multidisciplinaire projecten of door middel van multidisciplinaire teams (MDT).
Er liepen destijds drie multidisciplinaire projecten: Pensioenen, Reservisten en Arbeidsvoorwaarden 2021. Dit zijn langjarige, complexe en beleidsmatig intensieve projecten die zich uitstrekken over meerdere beleidsterreinen. Deze worden enkel toegewezen aan een clusterhoofd of aan één van de twee Senior adviseurs. Uit de projecten kunnen deelprojecten of losse opdrachten voortkomen, die kunnen worden toebedeeld aan een multidisciplinair team (MDT). Bij het opzetten van een MDT wordt gekeken naar het aandachtsgebied en het onderwerp en niet zozeer naar de complexiteit. Aan de hand van het aandachtsgebied wordt een adviseur als voorzitter van een MDT aangewezen. Binnen een MDT wordt de inhoudelijke input voornamelijk geleverd door de specialisten en de voorzitter is de coördinator. Alle adviseurs vervullen de rol van voorzitter van een MDT. Dit is dus anders bij een multidisciplinair project, waar alleen een Senior adviseur of een clusterhoofd als leidinggevende kan worden aangewezen.
6.3.
De rechtbank stelt voorts vast dat een deel van de periode die het rekest beslaat, de oude functiebeschrijvingen van toepassing waren (BIMOST) en dat in het laatste deel vanaf 1 juni 2021 een nieuwe functiebeschrijving gold (BOI). Nu niet in geschil is dat met deze nieuwe beschrijving de verhouding tussen de functies Medior en Senior adviseur op hoofdlijnen niet is veranderd, zal de rechtbank aan dit verschil verder geen aandacht besteden en hierna, net zoals partijen in hun processtukken doen, aansluiten bij de meest recente functiebeschrijving.
Wijken de feitelijk opgedragen werkzaamheden gedurende langere tijd wezenlijk af van de functiebeschrijving?
7.1.
Eiser geeft -samengevat- aan dat hij wel leiding heeft gegeven aan multidisciplinaire projecten. Daarbij stelt eiser zich op het standpunt dat verweerder een onjuiste lezing geeft van wat een multidisciplinair project inhoudt. Volgens eiser dienen MDT’s waar eiser voorzitter van is ook onder deze multidisciplinaire projecten te worden geschaard, evenals het Dutchbat III project, waar eiser leiding aan heeft gegeven. Voorts is eiser van oordeel dat het effect van zijn beslissingen resultaat hebben op de langere termijn. Verder is eiser van oordeel dat zowel in de Medior als in de Senior functie er sprake is van inspelen op veranderende situaties en dat ook sprake is van dezelfde contacten. De Senior Adviseur BOI is volgens eiser niet belast met het creëren van draagvlak of invloed uitoefenen op strategisch niveau, omdat dit volgens eiser is voorbehouden aan een andere afdeling. Ook heeft eiser de Senior Adviseur BOI nimmer coachende taken zien uitvoeren. Tot slot draagt eiser zorg voor de evaluatie en monitoring van geïmplementeerd P&O-beleid, wat ook een taak van een Senior adviseur BOI is.
7.2.
De rechtbank overweegt als volgt. Niet in geschil is dat eiser een groot aantal werkzaamheden heeft verricht die een Senior adviseur BOI ook verricht. Er is inhoudelijk immers sprake van gelijksoortige functies die elkaar op onderdelen overlappen. In de toepasselijke functiebeschrijvingen komen echter ook verschillen tussen de niveaus tot uiting. Er zijn verschillen in de werkomgeving, de werkzaamheden, de speelruimte, kennis, inzicht en vaardigheden, contacten en kwalificaties. Uit de functiebeschrijvingen valt op dat de werkzaamheden van een Medior adviseur BOI zien op de eigen en andere aandachtsgebieden binnen het P&O domein, terwijl dit voor een Senior adviseur ziet op het P&O domein en multidisciplinaire en aanpalende aandachtsgebieden. Enkel een Senior adviseur BOI kan de opdracht krijgen leiding te geven aan een multidisciplinair project. Dit is dan ook een significant verschil met de functiebeschrijving van een Medior adviseur BOI.
7.3.
Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat aan hem het leidinggeven aan een multidisciplinair project is opgedragen. Ook het Dutchbat III project is niet aan eiser opgedragen, maar heeft eiser op zijn eigen verzoek toebedeeld gekregen. Daarbij is niet aannemelijk geworden dat dit een multidisciplinair project betreft. Dit geldt eveneens voor de door eiser genoemde implementatie van de zorgbonus 2020 en de implementatie van arbo-middelen voor het thuiswerken. Het betreffen geen van allen één van de in 6.2. genoemde multidisciplinaire projecten. Dat één van de twee Senior adviseurs BOI op de Afdeling evenmin leiding geeft aan multidisciplinaire teams maakt dit niet anders, nu deze Senior adviseur de functie van plaatsvervangend clusterhoofd opgedragen heeft gekregen. Ook heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij coachende taken opgelegd heeft gekregen. Hieruit volgt dat de door eiser hoofdzakelijk verrichte werkzaamheden passen binnen de functiebeschrijving van Medior adviseur BOI.
7.4.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gedurende langere tijd werkzaamheden heeft verricht die wezenlijk afwijken van zijn functiebeschrijving dan wel die enkel passen bij de functie van Senior adviseur BOI. Er is daarmee geen grond voor het oordeel dat de werkzaamheden die eiser verrichtte, nopen tot een nieuwe beschrijving van de functie van eiser.
7.5.
Het beroep is ongegrond.
7.6.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M. de Wit, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Badermann, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 februari 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.FUWADEF
2.Uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 25 februari 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BL6876
3.Uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 3 januari 2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BC1682