ECLI:NL:RBDHA:2023:4862
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag individuele inkomenstoeslag op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, een echtpaar, en het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. Eisers hadden een aanvraag ingediend voor een individuele inkomenstoeslag op basis van de Participatiewet (Pw), maar deze aanvraag werd afgewezen. Het college stelde dat eisers niet voldaan hadden aan de voorwaarden voor de toeslag, omdat zij niet konden aantonen dat hun inkomen gedurende de referteperiode van 36 maanden niet hoger was dan 100% van de bijstandsnorm.
Eisers voerden aan dat zij in de relevante periode geen eigen inkomsten hadden en dat eiseres door haar vader werd onderhouden. De rechtbank oordeelde echter dat eisers niet voldoende bewijs hadden geleverd om hun stellingen te onderbouwen. De rechtbank benadrukte dat de bewijslast bij eisers ligt en dat zij niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij recht hadden op de individuele inkomenstoeslag.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eisers ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen. De mogelijkheid tot hoger beroep werd ook toegelicht, waarbij werd aangegeven dat een hogerberoepschrift binnen zes weken na verzending van de uitspraak ingediend moest worden.