Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.PROVINCIE ZUID-HOLLAND, te Den Haag,
2.
BUREAU BEHEER LANDBOUWGRONDEN, te Utrecht,
3.
GEMEENTE KRIMPENERWAARD, te Stolwijk,
1.Inleiding
Het verkochte is door verkoper gebruikt ten behoeve van agrarische exploitatie en zal door het bureau worden gebruikt ten behoeve van natuurontwikkeling.”
- in nr. 2 van het vonnis is weergegeven hoe de procedure is verlopen;
- in nr. 3 van het vonnis zijn enkele feiten opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling van deze zaak. Het gaat hier over feiten waarover tussen partijen geen discussie bestaat of die blijken uit de door hen overgelegde bijlagen (producties), waarvan de inhoud niet of onvoldoende is weersproken;
- in nr. 4 van het vonnis wordt nader uiteengezet welke vorderingen [eisers] hebben ingesteld;
- in nr. 5 van het vonnis staat de beoordeling van de vorderingen en de verweren die gedaagden daartegen hebben aangevoerd. Deze beoordeling mondt uit in de uitspraak (het dictum);
- in nr. 6 van het vonnis staat de uitspraak. Daarin worden de vorderingen van [eisers] afgewezen.
2.De procedure
- de dagvaarding van 20 november 2020 met producties 1 t/m 39;
- de conclusie van antwoord van de Provincie;
- de conclusie van antwoord van BBL, met producties 1 t/m 5;
- de conclusie van antwoord van de Gemeente, met producties 1 t/m 3;
- het tussenvonnis van 13 juli 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging aanvullende producties van de Gemeente, met productie 4 en een in kleur gekopieerde versie van haar conclusie van antwoord;
- de akte overlegging producties van [eisers], met producties 40 t/m 42.
3.De feiten
Waarom deze brochure?
2.Wat gaat er gebeuren?
3.Afspraken over grondverwerving in de Krimpenerwaard
5.Wat gebeurt er als u benaderd wordt
Als u grond heeft binnen de nieuwe natuurgebieden, krijgt u te maken met de gevolgen van het Veenweidepact. U heeft de mogelijkheid om uw gronden binnen de natuurbegrenzing te verkopen, uit te ruilen met andere gronden en in sommige delen van het natuurgebied kunt u zelf natuur realiseren door middel van particulier natuurbeheer.(...)
- de uit te betalen vergoedingen;
- de mogelijkheden van voortgezet gebruik;
- afspraken over bodemonderzoek en;
- eventuele bijzondere voorwaarden.”
Geachte [eisers],
- dit aanbod behoeft goedkeuring van de directeur BBL en de gemandateerde namens de provincie Zuid-Holland; de goedkeuring is mede afhankelijk van het al dan niet verontreinigd zijn van de onroerende zaak;
- een koopovereenkomst wordt gesloten onder de algemene voorwaarden bij koop van het Bureau Beheer Landbouwgronden;
- het aanbod omvat de volledige schadeloosstelling in relatie met de verwerving van 04.00.36 hectare grond die is gelegen binnen de herbegrenzing (zie bijlagen);
- (...)
Bijgaand zend ik u 3 exemplaren van de koopovereenkomst betreffende de verkoop van 04.00.36 ha aan Bureau Beheer Landbouwgronden. Deze overeenkomst is reedst in concept voorgelegd aan uw adviseur, de heer [naam 3].”
Het verkochte is door verkoper gebruikt ten behoeve van agrarische exploitatie en zal door het bureau worden gebruikt ten behoeve van natuurontwikkeling.”
Artikel 7 Bezwaren
Uw gemeenteraad heeft op 5 maart jl. het bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard vastgesteld. (...) U doet het verzoek het NNN aan te passen op de wijzigingen van het bestemmingsplan. (...)
4.De vorderingen
subsidiair:
meer subsidiair
uiterst subsidiair:
5.De beoordeling
Het verkochte is door verkoper gebruikt ten behoeve van agrarische exploitatie en zal door het bureau worden gebruikt ten behoeve van natuurontwikkeling.” BBL en de Provincie vinden dat hiermee hoogstens een feitelijke mededeling is gedaan over een gebruiksvoornemen. [eisers] stellen echter dat deze zin veel meer betekent dan dat, namelijk dat BBL en de Provincie jegens hen verplicht zijn het verkochte ten behoeve van natuurontwikkeling te gebruiken. Er zou volgens hen zelfs sprake zijn van een door BBL en de Provincie gegeven garantie dat het verkochte voor uitsluitend dat doel zal worden gebruikt.
Het verkochte (...) zal door het bureau worden gebruikt ten behoeve van natuur, zulks ter uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur in het kader van het project Veenweidepact Krimpenerwaard.” Anders dan [eisers] hebben aangevoerd bevat deze bepaling niet “overduidelijk” een op BBL of de Provincie rustende verplichting of garantie. Hier geldt wat de rechtbank heeft overwogen in nr. 5.10 overeenkomstig.
nietziet op de te realiseren bestemming van de weidegronden. De dwaling heeft betrekking op de door BBL gedane toezegging of zelfs gegeven garantie dat tot natuurontwikkeling zou worden overgegaan en dat zij daartoe alle maatregelen zouden nemen. De eigenschap waarover [eisers] stellen te hebben gedwaald is dus de door BBL gedane toezegging en/of garantie. Volgens [eisers] was deze eigenschap van zo’n doorslaggevende betekenis geweest, dat zij zonder deze eigenschap de koop niet zouden hebben gesloten. De dwaling is volgens hen te wijten aan door BBL en Provincie zonder enig voorbehoud verstrekte inlichtingen, voorafgaand aan het sluiten van de Koopovereenkomst en ook in de tekst van de Koopovereenkomst (artikel 6:228 lid 1, sub a, BW). [eisers] laten de mogelijkheid open dat BBL en de Provincie te goeder trouw onjuiste inlichtingen hebben gegeven. Zij doen dan in dat verband een beroep op wederzijdse dwaling (artikel 6:228 lid 1, sub c, BW). [eisers] menen hoe dan ook dat het totstandkomingsgebrek moet leiden tot de gevorderde partiële vernietiging van de Koopovereenkomst.
De provincie Zuid-Holland heeft besloten dat deze grondverwerving actief plaatsvindt op basis van volledige schadeloosstelling. Het uitgangspunt hierbij is dat de grondeigenaar binnen de begrenzing na het verkopen of het verplaatsten van zijn gronden of bedrijf dezelfde vermogens- en inkomenspositie heeft als ervoor. Hiervoor hebben de wet en de rechters mede op basis van jurisprudentie bepaald hoe dit rechtvaardig moet gebeuren.” [eiser 1] heeft voor de weidegrond een koopprijs ontvangen die mede is bepaald aan de hand van de op het moment van verkoop geldende bestemming. Het relevante deel van weidegrond hield na de ontgrenzing dezelfde ‘lichtgroene’ bestemming (zie ook nr. 5.16). Daarin is geen verandering opgetreden. Van een verrijking of verarming is dus geen sprake.
6.De beslissing
- € 1.852,00, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
- € 173,00 aan nog te maken nakosten, te vermeerderen met € 90,00 in geval van betekening;