ECLI:NL:RBDHA:2023:5028
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van vrijheidsbeperkende maatregelen en plaatsing in Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) voor asielzoeker na incident met grote impact
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 april 2023, werd de zaak behandeld van een eiser van Iraanse nationaliteit die in beroep ging tegen twee besluiten van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser was op 31 januari 2023 geplaatst in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen, na een incident op 1 november 2022 waarbij hij medebewoners en personeel van het COa had bedreigd. De rechtbank oordeelde dat de plaatsing in de HTL gerechtvaardigd was vanwege de ernst van de gedragingen van de eiser, die als een (zeer) grote impact werden gekwalificeerd. De rechtbank stelde vast dat er geen contra-indicaties waren voor de plaatsing en dat de maatregel proportioneel was. Eiser had aangevoerd dat zijn psychische toestand, waaronder PTSS, niet in aanmerking was genomen, maar de rechtbank oordeelde dat de GZA had bevestigd dat er geen belemmeringen waren voor de plaatsing. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond, waarbij werd opgemerkt dat de HTL-maatregel niet als straf bedoeld was, maar ter bescherming van de veiligheid van andere bewoners en personeel. De rechtbank concludeerde dat de besluiten van verweerders op goede gronden waren genomen en dat er geen schendingen van het EVRM waren aangetoond.