Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,00.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 4 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. Th.H. Meeuwis, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev, niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 21 maart 2023 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, A.M. Karim. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter heeft in een andere zaak, NL23.5591, al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
Desondanks heeft de voorzieningenrechter de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten die de verzoeker heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 837,00, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. Aangezien de verzoeker een toevoeging heeft ontvangen, moet de Staatssecretaris deze kosten vergoeden aan de rechtsbijstandverlener. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 april 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.