ECLI:NL:RBDHA:2023:5167

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
NL23.5379 en NL23.5381
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenveroordeling

In de uitspraak van 5 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.5379 en NL23.5381. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. H. Meijerink, hadden een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev, had de aanvragen van verzoekers niet in behandeling genomen, met als argument dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvragen.

Tijdens de zitting op 21 maart 2023 is het verzoek behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was en verzoekster niet. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er al een uitspraak was gedaan op de bodemzaken NL23.5378 en NL23.5380, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De verzoeken om voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen.

Desondanks heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten die verzoekers hebben gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 837,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.5379 en NL23.5381

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2], verzoekers V-nummers: [V-nummer] en [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H. Meijerink),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Bondarev).

Procesverloop

Bij besluiten van 21 februari 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL23.5378 en NL23.5380, op 21 maart 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is niet verschenen. Verzoeker is wel verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen H. Shamoun. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.5378 en NL23.5380, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
Gelet op de uitkomst van de bodemzaak veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder wel in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 837,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 837,00.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Mulder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
05 april 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.