ECLI:NL:RBDHA:2023:5291
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- C.I.H. Kerstens - Fockens
- J.R. Froma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 april 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. W.P.R. Peeters, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 28 maart 2023, waar verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, A. Cherradi. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL23.6259, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De rechtbank heeft in die zaak uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.