ECLI:NL:RBDHA:2023:5347
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Dublin-overeenkomst
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 april 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F. Lavell, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. K. Jansen, niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublin-overeenkomst verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.
Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 28 maart 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NL23.6889). In de uitspraak van diezelfde dag is het beroep van verzoeker behandeld, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 april 2023 en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.