Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 837,00.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.D. van Elst, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. C.H.H.P.M. Kelderman, niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 28 maart 2023, maar de verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening in samenhang met een andere zaak (NL23.6051) behandeld.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, gezien de uitspraak in de bodemzaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is en heeft het verzoek afgewezen. Echter, de voorzieningenrechter heeft de staatssecretaris wel veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 837,00, op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 april 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.