ECLI:NL:RBDHA:2023:5357

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
17 april 2023
Zaaknummer
NL23.265
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van politieke betrokkenheid en medische situatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Guinese nationaliteit, heeft op 24 december 2021 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij stelt dat hij problemen heeft ondervonden door zijn betrokkenheid bij de politieke partij RPG. Eiser voert aan dat zijn vader, die ook lid was van de partij, is vermoord na de staatsgreep op 5 september 2021. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond, wat eiser niet kon accepteren en hiertegen beroep heeft ingesteld.

Tijdens de zitting op 17 maart 2023 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. Eiser heeft zijn medische situatie en de rol van zijn vader binnen de RPG partij toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de asielaanvraag terecht heeft afgewezen, omdat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te onderbouwen. De rechtbank heeft ook het medisch advies van 6 juni 2022 in overweging genomen, waarin staat dat eiser moeilijke gebeurtenissen heeft meegemaakt, maar dat dit niet betekent dat hij niet in staat zou zijn om gedetailleerd te verklaren over zijn asielrelaas.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de verklaringen van eiser niet voldoende concreet zijn en dat verweerder terecht heeft gesteld dat eiser zich baseert op aannames. De rechtbank heeft de stelling van eiser dat zijn medische situatie, denkniveau en opleidingsniveau de verwachtingen over zijn verklaringen onterecht maken, verworpen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL23.265
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam] , eiser V-nummer: [Nummer]

(gemachtigde: mr. Z.M. Alaca),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. W. Epema).

Procesverloop

Bij besluit van 2 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 17 maart 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen J.B. Kabasubabu. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en de Guinese nationaliteit te hebben. Op 24 december 2021 heeft eiser een asielaanvraag ingediend.
2. Aan zijn asielaanvraag heeft eiser ten grondslag dat hij problemen heeft ondervonden door zijn betrokkenheid bij de politieke partij RPG.1 Naast dat hij lid is van de partij is hij ook actief geweest voor deze partij. Daarbij komt dat zijn vader lid was van de partij en is vermoord na de staatsgreep op 5 september 2021. Ook werden zijn vrienden gezocht en gearresteerd.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als ongegrond.2 Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser
1. Rassemblement du peuple Guinée.
2 Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
geloofwaardig geacht. Verweerder heeft ongeloofwaardig geacht dat eiser problemen heeft ondervonden door zijn betrokkenheid bij de RPG partij.
4. Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit en voert daartegen het volgende aan. Verweerder heeft miskend dat eiser voldoende duidelijk heeft gemaakt wat de rol van zijn vader is geweest bij de partij, wat zijn beweegredenen zijn geweest om zich aan te sluiten bij de partij en welke werkzaamheden hij verrichtte voor de partij. Eisers medische situatie, zijn denkniveau en zijn opleidingsniveau maken dat de verwachtingen over eisers vermogen om te verklaren zoals verwoord in het voornemen onterecht zijn. Verweerder heeft niet betwist dat zijn vader meerdere functies binnen de RPG partij heeft gehad en daarbij komt dat eiser niet meer kan verklaren dan zijn kennis hem toelaat. Eiser verrichtte simpel handwerk bij de partij en hierdoor is het niet vanzelfsprekend dat eiser nauwkeurige kennis moet hebben van de inhoud van de flyers en de organisatie van de partij. Verweerder heeft ook een onjuist toetsingskader gehanteerd en onzorgvuldig gehandeld door te stellen dat het niet aannemelijk is wat eiser heeft verklaard, omdat eiser zich baseert op aannames. Deze aannames die gebaseerd zijn op de verklaringen van derden hadden door verweerder beoordeeld moeten worden in samenhang met eisers verklaringen gebaseerd op zijn eigen waarneming. Aangezien eiser persoonlijk niet aanwezig was bij de aanval op de voormalig president is hij logischerwijs afhankelijk van verklaringen van derden. Het is dan ook niet vreemd of tegenstrijdig dat eiser concludeert dat zijn vader tijdens de staatsgreep is omgekomen. Daarnaast heeft eiser wel degelijk verklaringen afgelegd over de demonstratie waaraan hij heeft deelgenomen.3 Dit en zijn werkzaamheden voor de partij hebben geleid tot het arrestatiebevel tegen eiser, waar eiser wel degelijk gedetailleerd over heeft verklaard. Tot slot heeft verweerder ten onrechte nagelaten om het arrestatiebevel en de verklaringen van eiser daaromtrent te beoordelen in samenhang met de andere verklaringen.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. De rechtbank stelt vast dat in het medisch advies van 6 juni 2022 is opgenomen dat eiser moeilijke gebeurtenissen heeft meegemaakt en dat hier waar nodig rekening mee gehouden dient te worden. Verder is hierin opgenomen dat eiser aangeeft bij een negatieve beschikking niet verder te willen en er dan de kans bestaat op een verhoogd risico op zelf aangebracht en levensbedreigend letsel. Tot slot wordt de melding gemaakt dat eiser mogelijk hoofdpijn kan krijgen gerelateerd aan stress. Het advies is om dan pauzes in te lassen, de spanning niet te hoog te laten oplopen en indien nodig eiser zijn medicatie te laten innemen. Tot slot blijkt uit het medisch advies dat eiser is geadviseerd om zich te wenden tot de GZA4 arts. Gelet hierop heeft verweerder zich in het verweerschrift terecht op het standpunt gesteld dat hieruit niet blijkt dat eiser wegens medische omstandigheden niet in staat zou zijn om gedetailleerder te verklaren over zijn asielrelaas.
6. De rechtbank volgt verweerder in zijn overweging in het voornemen dat met het medisch advies rekening is gehouden tijdens het horen van eiser. Tijdens de gehoren zijn regelmatig pauzes ingelast en is ook regelmatig aan eiser gevraagd hoe het met hem gaat. Op de momenten dat eiser te kennen gaf niet meer verder gehoord te kunnen worden, is besloten het gehoor voor die dag te stoppen en het gehoor op een andere dag te hervatten. De stelling van eiser ter zitting dat de eisen die verweerder aan de verklaringen van eiser
3 Eiser wijst in dit verband op pagina’s 5 en 6 van het rapport van het aanvullend gehoor.
4 GezondheidsZorg Asielzoekers.
stelt te hoog zijn gelet op zijn specifieke medische situatie is verder niet onderbouwd met (medische) stukken.
7. Daarnaast heeft verweerder kunnen overwegen dat de enkele omstandigheid dat eiser tegelzetter van beroep is en bij de uitvoerende tak van de RPG zou zitten nog niet maakt dat de verwachtingen zoals verwoord in het voornemen onterecht zijn. In het verweerschrift heeft verweerder in dit verband terecht gewezen op de verklaring van eiser dat hij heel geïnteresseerd was in de werkzaamheden van zijn vader en zijn vader hem alles over de partij heeft verteld.5 Verweerder heeft verder kunnen overwegen dat de stelling van eiser dat hij er niet was voor de inhoud maar voor het ‘handenwerk’ niet tot een ander oordeel leidt. Dit nu eiser zelf de flyers uitdeelde, waardoor op zijn minst van hem wordt verwacht dat hij kan verklaren over de inhoud van de flyers. Het zou immers zijn taak zijn om mensen te informeren. Mede gelet op wat onder rechtsoverweging 5. en 6. is overwogen, volgt de rechtbank eiser dan ook niet in zijn stelling dat zijn medische situatie, denkniveau en opleidingsniveau maken dat de verwachtingen zoals verwoord in het voornemen onterecht zijn.
8. De rechtbank volgt verder niet de stelling van eiser dat verweerder een onjuist toetsingskader heeft gehanteerd en onzorgvuldig heeft gehandeld door te stellen dat eiser niet aannemelijk heeft verklaard over de moord op zijn vader. Verweerder heeft allereerst terecht vastgesteld dat eiser geen documenten heeft overgelegd waaruit blijkt dat zijn vader is overleden tijdens de coup op 5 september 2021, waardoor eiser de moord op zijn vader aannemelijk moet maken met zijn verklaringen. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het voornemen niet alleen heeft overwogen dat eiser zich op aannames baseert, maar ook dat eiser vaag en summier heeft verklaard over de moord op zijn vader. Verder heeft verweerder in het voornemen de verklaring van [Naam 2] over de moord op eisers vader in samenhang beoordeeld met eisers eigen verklaring. Verweerder heeft tot slot kunnen overwegen dat eiser, door zich enkel te baseren op zijn eigen aannames dan wel aannames van derden, geen concrete aanknopingspunten naar voren heeft gebracht op basis waarvan geconcludeerd kan worden dat zijn vader is vermoord tijdens de staatsgreep.
9. Eiser voert verder aan dat hij wel degelijk verklaringen heeft afgelegd over de demonstratie waaraan hij heeft deelgenomen. De rechtbank stelt vast dat dit in het bestreden besluit in zijn geheel niet is betwist.6 De rechtbank volgt daarnaast niet de stellingen van eiser in beroep over het arrestatiebevel. Deze stellingen betreffen namelijk geen gemotiveerde betwisting van wat hierover in het bestreden besluit is overwogen.7
10. De aanvraag is terecht afgewezen als ongegrond.
11. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.
5 Pagina 6 van het verslag van het nader gehoor.
6 Zie pagina 5 van het bestreden besluit.
7 Zie pagina 6 en 7 van het bestreden besluit.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr.
N.M.L. van der Kammen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.