ECLI:NL:RBDHA:2023:5399

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
17 april 2023
Zaaknummer
Nl23.5798
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 24 februari 2023 was genomen, hield in dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 21 maart 2023 behandeld, maar de verzoeker is niet verschenen. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A. Bondarev. In de overwegingen van de voorzieningenrechter werd opgemerkt dat er op dezelfde dag ook uitspraak was gedaan in een andere zaak (NL23.5797) die verband hield met het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 maart 2023 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.5798
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. E.H. Bokhorst),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Bondarev).

Procesverloop

Bij besluit van 24 februari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL23.5797, op 21 maart 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.5797, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
31 maart 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.