ECLI:NL:RBDHA:2023:5432

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
17 april 2023
Zaaknummer
C/09/627044 / HA ZA 22-273
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.J.-A. Seinen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van vordering wegens vervaltermijn in verbintenissenrechtelijke zaak

In deze civiele zaak vordert Reimert Bouw en Infrastructuur B.V. (hierna: Reimert) schadevergoeding van Rodeca Systems B.V. (hierna: Rodeca) vanwege vermeende tekortkomingen bij de bevestiging van deuren in vliegtuighangars. Rodeca betwist de aansprakelijkheid en beroept zich op de algemene voorwaarden waarin een vervaltermijn is opgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden van Rodeca van toepassing zijn en dat de vervaltermijn al was verstreken voordat Reimert haar vordering indiende. Hierdoor verklaart de rechtbank Reimert niet-ontvankelijk in haar vordering.

De procedure begon met een dagvaarding op 11 maart 2022, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 maart 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De rechtbank heeft de relevante feiten en argumenten van beide partijen in overweging genomen. De rechtbank concludeert dat de algemene voorwaarden, inclusief de vervaltermijn, correct zijn toegepast en dat Reimert niet kan terugvallen op vernietigingsgronden uit het Burgerlijk Wetboek, omdat zij haar jaarrekening openbaar heeft gemaakt.

De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de gebreken in de bevestiging van de hangardeuren als verborgen gebreken kunnen worden gekwalificeerd, wat betekent dat de vordering van Reimert niet ontvankelijk is. De proceskosten worden aan de zijde van Rodeca begroot op € 5.203, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente. Het vonnis is uitgesproken op 12 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Civiel recht
Zaaknummer: C/09/627044 / HA ZA 22-273
Vonnis van 12 april 2023 (bij vervroeging)
in de zaak van
REIMERT BOUW EN INFRASTRUCTUUR B.V., te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Reimert,
advocaat: mr. E.T. van den Hout te Amsterdam,
tegen
RODECA SYSTEMS B.V., te Kwintsheul,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Rodeca,
advocaat: mr. H.J. Doelman te Alphen aan den Rijn.

1.Samenvatting

1.1.
In deze zaak vordert Reimert vergoeding van de kosten die zij heeft moeten maken omdat Rodeca een fout zou hebben gemaakt bij het bevestigen van deuren in een vliegtuighangar. Rodeca meent dat zij geen fout heeft gemaakt, en beroept zich daarnaast op een vervaltermijn en aansprakelijkheidsbeperkingen in haar algemene voorwaarden.
1.2.
De rechtbank verklaart Reimert niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat de algemene voorwaarden van Rodeca van toepassing zijn en de daarin opgenomen vervaltermijn al voor het uitbrengen van de dagvaarding was verstreken. In dit vonnis licht de rechtbank toe hoe zij tot dit oordeel is gekomen. De rechtbank zet eerst op een rij welke documenten zij heeft ontvangen, hoe de procedure is verlopen en van welke feiten zij uitgaat. Daarna gaat zij in op de argumenten die partijen hebben aangedragen.

2.De procedure

2.1.
Het procesdossier bestaat uit:
- de dagvaarding van 11 maart 2022 met producties 1-15,
- de conclusie van antwoord van 25 mei 2022 met producties 1-7,
- het tussenvonnis van 23 november 2022,
- bericht van de griffie ex artikel 22 Rv met zittingsagenda van 17 maart 2023,
- de akte van Reimert van 22 maart 2023 met productie 16,
- de akte van Rodeca ontvangen op 29 maart 2023 met producties 8-10,
- de akte van Rodeca ontvangen op 29 maart 2023 met producties 11 en 12.
2.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 31 maart 2023. Partijen zijn verschenen met hun advocaten; zij hebben de zaak nader toegelicht en vragen van de rechtbank beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er besproken is; deze aantekeningen zitten in het griffiedossier.
2.3.
Ten slotte is de datum bepaald waarop dit vonnis wordt gewezen.

3.De feiten

3.1.
Partijen zijn in 2016 overeengekomen dat Rodeca in opdracht van Reimert werkzaamheden zou verrichten aan de deuren van twee vliegtuighangars op Schiphol (hangarnummers 11 en 12).
3.2.
Op 7 maart 2016 heeft Rodeca een offerte van 2 bladzijden gestuurd voor de levering en eventuele montage van Rodeca systemen voor het bekleden van vijf hangardeuren. Onderaan de tweede bladzijde van de offerte staat de volgende zin voorgedrukt:
“Op al onze overeenkomsten, leveringen en aanbiedingen zijn van toepassing de algemene verkoop-, leverings- en betalingsvoorwaarden, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en fabrieken te ’s Gravenhage d.d. 16/2/1998 als in bijlage meegezonden.”
Rechts bovenaan de eerste bladzijde staat onder meer:

Pagina’s: 2 + bijlagen
3.3.
Reimert heeft op 22 april 2016 de opdrachtbevestiging van Rodeca van 18 april 2016 met opdrachtnummer ‘160070/P herzien’ ondertekend. In deze opdrachtbevestiging staat onder meer het volgende:
“Omschrijving
De levering en montage van de Rodeca systemen als in bijlage omschreven herzien omvat opnemen van de opties
Bekleden van hangardeuren
(…)
Onderaan alle drie de bladzijden van de opdrachtbevestiging staat de voorgedrukte tekst:
“Op al onze overeenkomsten, leveringen en aanbiedingen zijn van toepassing de algemene verkoop-, leverings- en betalingsvoorwaarden, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en fabrieken te ’s Gravenhage d.d. 16/2/1998 als in bijlage meegezonden.”
Reimert heeft alle drie de bladzijden geparafeerd, steeds net onder deze voorgedrukte tekst.
3.4.
De algemene verkoop-, leverings- en betalingsvoorwaarden van Rodeca bevatten onder meer de volgende bepalingen:
Artikel 14 Aansprakelijkheid
(…)
3. De aansprakelijkheid van Rodeca wegens niet, niet tijdige of niet behoorlijke nakoming van een overeenkomst, is uitsluitend beperkt tot de verplichting alsnog de overeenkomst naar behoren na te komen.
4. Rodeca is voorts nimmer tot enige schadevergoeding gehouden dan in deze voorwaarden uitdrukkelijk is neergelegd.
5. Rodeca is niet gehouden tot het vergoeden van directe of indirecte schade tengevolge van handelen of nalaten van personen van wier diensten Rodeca gebruik maakt.
6. Rodeca is slechts aansprakelijk voor schade die aan eigenschappen en/of omstandigheden te wijten zijn die in de door Rodeca uitgegeven garantieverklaring gegarandeerd worden. Deze garantieverklaring kan door iedere afnemer gratis bij Rodeca worden opgevraagd.
7 Rechtsvorderingen jegens Rodeca uit hoofde van een verborgen gebrek zijn niet meer ontvankelijk indien zij na verloop van twee jaren na het tijdstip van oplevering zijn ingesteld.
8. De aansprakelijkheid van Rodeca voor geleverde materialen is te allen tijde beperkt tot vervanging van de geleverde materialen. Mocht vervanging niet mogelijk blijken, is de aansprakelijkheid te allen tijde beperkt tot ten hoogste een bedrag gelijk aan de factuurwaarde van de geleverde goederen en/of materialen in verband met de schade.
9. Indien in rechte mocht worden vastgesteld dat Rodeca aansprakelijk is voor schade, ongeacht op welke wijze deze schade is veroorzaakt, is de aansprakelijkheid van Rodeca beperkt tot een bedrag gelijk aan de factuurwaarde van de door Rodeca geleverde goederen en/of materialen, waarmee de schade verband houdt.
3.5.
Rodeca heeft de werkzaamheden omstreeks 1 juli 2016 beëindigd, en heeft de slottermijn op 25 oktober 2016 aan Reimert gefactureerd.
3.6.
Begin april 2017 werd een aantal parkers (waarmee panelen aan de hangardeuren waren bevestigd) op de vloer van de hangar gevonden.
3.7.
Op 11 april 2017 hebben Reimert en ingenieursbureau IV Consult de bevestiging van de Rodeca panelen, waaronder de verbindingen in de deuren, in beide hangars geïnspecteerd. Van deze inspectie is een dagrapportage opgesteld. Bij de dagrapportage zat een overdrachtsverklaring van de deskundige van IV Consult, waarin onder meer het volgende staat:
“Naar aanleiding van de geconstateerde ontbrekende parkers in deur 2 van H12 hebben wij, samen met de Firma Reimert en Rodeca een nadere inspectie uitgevoerd op de deuren van H12.
Hierbij is geconstateerd dat parkers ontbraken dan wel los zaten. De ontbrekende parkers zijn door Rodeca herplaatst met overmaatse parkers en de loszittende parkers zijn dan wel vastgedraaid dan wel vervangen voor overmaatse parkers.
(…)
Restpunten:

De oorzaak van het loskomen wordt nog onderzocht.

Het weer vastzetten met parkers in de huidige configuratie is vooralsnog een tijdelijke oplossing, pas als de oorzaak duidelijk is wordt beoordeeld of dit een permanente oplossing is of dat er aanvullende maatregelen nodig zijn.”
3.8.
In haar brief van 8 augustus 2017 heeft Reimert Rodeca aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van de gebreken in de bevestiging van de hangardeuren. Reimert verzocht Rodeca de gebreken te herstellen op basis van een herstelplan dat Reimert eerst zou moeten goedkeuren.
3.9.
In haar brief van 18 augustus 2017 heeft Rodeca op die brief onder meer het volgende geantwoord:
“U stelt zich klaarblijkelijk op het standpunt dat cliënte toerekenbaar is tekort geschoten in de uitvoering van aan haar opgedragen werkzaamheden. Zij betwist dat maar kan wel erkennen dat gebreken zichtbaar zijn geworden die voor herstel vatbaar zijn.”
3.10.
Rodeca heeft een herstelplan aan Reimert voorgelegd en herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Partijen zijn het eens dat het probleem met die herstelwerkzaamheden is verholpen.
3.11.
Nadat de herstelwerkzaamheden waren afgerond, heeft Reimert Rodeca in haar brief van 21 juni 2018 een schadeberekening toegezonden. Deze schade bestond uit kosten voor het onderzoeken van de situatie ter plaatse, kosten voor ondersteuning van Rodeca vóór en tijdens de herstelwerkzaamheden, en begeleidingskosten van de opdrachtgever van Reimert. Rodeca heeft geweigerd deze kosten te betalen.

4.De beoordeling

4.1.
Reimert vordert schadevergoeding omdat zij vindt dat Rodeca toerekenbaar is tekortgeschoten bij de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden. De schade van Reimert bestaat uit de extra kosten die zij door de tekortkoming van Rodeca heeft moeten maken. Ook de opdrachtgever van Reimert heeft extra kosten moeten maken. Die kosten zijn ook schade voor Reimert omdat zij deze in mindering heeft moeten brengen op de aanneemsom die zij aan haar opdrachtgever heeft gefactureerd.
Rodeca betwist dat zij aansprakelijk is. Het meest verstrekkende verweer dat zij voert, is dat Reimert haar, gelet op het vervalbeding in artikel 14.7 van haar algemene voorwaarden, te laat heeft gedagvaard. Reimert is daarom volgens Rodeca niet-ontvankelijk.
Reimert betwist dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, en voert daarvoor aan dat die niet aan haar zijn toegestuurd. De enkele verwijzing naar de algemene voorwaarden in de offerte en opdrachtbevestiging is volgens Reimert onvoldoende.
4.2.
De rechtbank komt tot het oordeel dat de algemene voorwaarden van Rodeca van toepassing zijn, en dat de dagvaarding van Reimert ruim na de vervaltermijn van artikel 14.7 van die voorwaarden betekend is. De conclusie is dan dat Reimert niet-ontvankelijk is in haar schadevordering. De rechtbank zal hierna uitleggen hoe zij tot deze oordelen is gekomen.
Algemene Voorwaarden van toepassing
4.3.
De rechtbank begrijpt dat Reimert een beroep doet op de vernietigingsgronden in de artikelen 233 en 234 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Deze bepalingen hebben tot doel consumenten en kleinere ondernemingen te beschermen. Artikel 6:235 BW bepaalt dat op die vernietigingsgronden geen beroep kan worden gedaan door een BV die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst haar jaarrekening openbaar had gemaakt. Nu Reimert haar jaarrekening in 2015 en 2016 openbaar heeft gemaakt, kan zij zich niet op de artikelen 6:233 en 234 BW beroepen.
4.4.
Daarnaast is het zo dat Reimert de opdrachtbevestiging van Rodeca van 18 april 2016 met daarin de verwijzing naar de algemene voorwaarden niet alleen heeft ondertekend: zij heeft ook elke bladzijde afzonderlijk geparafeerd – steeds pal naast die verwijzing waarin staat dat de algemene voorwaarden als bijlage zijn meegezonden. Gelet hierop is het niet voldoende om alleen te ontkennen dat Rodeca de algemene voorwaarden heeft meegezonden. Hierbij weegt de rechtbank mee dat zij partijen in haar bericht van 17 maart 2023 expliciet op het vraagstuk van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden heeft gewezen, en hen de gelegenheid heeft geboden om daarover nadere informatie in het geding te brengen. Reimert heeft daarvan geen gebruikt gemaakt.
4.5.
De rechtbank gaat er daarom vanuit dat Rodeca Reimert de algemene voorwaarden heeft toegezonden voordat Reimert de opdrachtbevestiging tekende. Ook dit betekent dat deze voorwaarden op de overeenkomst van partijen van toepassing zijn.
Vervaltermijn artikel 14.7 AV
4.6.
In artikel 14.7 van de algemene voorwaarden staat dat rechtsvorderingen jegens Rodeca uit hoofde van een verborgen gebrek niet meer ontvankelijk zijn indien zij na verloop van twee jaren na het tijdstip van oplevering zijn ingesteld.
4.7.
In deze zaak is niet duidelijk wanneer Rodeca de werkzaamheden precies heeft opgeleverd. De factuur voor de slottermijn is op 25 oktober 2016 aan Reimert gefactureerd en Reimert heeft deze factuur zonder protest betaald; dit impliceert dat de werkzaamheden toen al waren afgerond. Maar zelfs als de rechtbank ervan uitgaat dat de werkzaamheden pas als opgeleverd kunnen gelden na de herstelwerkzaamheden – die ook volgens Reimert tot gevolg hadden dat het werk aan de overeenkomst voldeed – dan nog was de vervaltermijn van twee jaar ruimschoots verlopen op de dag dat Reimert Rodeca dagvaardde (11 maart 2022). De herstelwerkzaamheden waren immers in ieder geval afgerond op 21 juni 20218 – de datum van de brief van Reimert met haar schadeberekening.
4.8.
Reimert heeft nog bepleit dat de gebrekkige bevestiging van de hangardeur geen verborgen gebrek in de zin van het vervalbeding is, maar daaraan gaat de rechtbank voorbij. In zowel het gewone spraakgebruik als in bouwrechtzaken worden met de term ‘verborgen gebreken’ gebreken bedoeld die men voor de overdracht niet heeft kunnen ontdekken. Het door Reimert gestelde gebrek in de bevestiging van de hangardeuren voldoet aan die definitie: het was van buiten niet zichtbaar en is pas maanden na ingebruikname van de deuren ontdekt.
Proceskosten
4.9.
Reimert zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De rechtbank begroot deze kosten aan de zijde van Rodeca tot op heden op € 2.837 aan griffierecht en € 2.366 aan advocaatkosten (2 punten x Tarief IV à € 1.183).
4.10.
Onder de proceskosten vallen ook de nakosten, die in dit geval afzonderlijk zijn gevorderd. De nakosten worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2023: € 173). In geval van betekening worden een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2023: € 90) en de explootkosten van betekening toegekend.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart Reimert niet-ontvankelijk in haar vordering;
5.2.
veroordeelt Reimert in de proceskosten, aan de zijde van Rodeca begroot op € 5.203 aan tot op heden gemaakte kosten, te vermeerderen met nakosten zoals vermeld in 4.10 en te vermeerderen met de wettelijke rente over die bedragen te rekenen vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is gewezen tot de dag waarop die bedragen volledig zijn betaald;
5.3.
en verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door C.J-A. Seinen en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2023.