ECLI:NL:RBDHA:2023:5443
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsstaat
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.B. van den Toorn-Volkers, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd gesteld dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van verzoeker. Dit besluit was genomen op 6 maart 2023.
Tijdens de zitting op 29 maart 2023, waar verzoeker en zijn gemachtigde niet aanwezig waren, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak NL23.6862, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is geanonimiseerd gepubliceerd op de website van de rechtspraak.