ECLI:NL:RBDHA:2023:5652

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
20 april 2023
Zaaknummer
NL23.2194
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voorlopig verblijf en niet tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak hebben eiseressen beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf bij een derde. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 10 maart 2023 de gevraagde mvv's afgewezen. Eiseressen hebben geen gronden tegen dit besluit ingediend, ondanks de mogelijkheid die de rechtbank hen heeft geboden. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvragen niet meer ontvankelijk is, omdat het besluit van 10 maart 2023 hieraan tegemoet is gekomen. Eiseressen hebben in dit opzicht geen procesbelang meer. Het beroep is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast zijn er geen gronden ingediend tegen het besluit van 10 maart 2023, waardoor het beroep ook in dat opzicht kennelijk ongegrond is verklaard.

De rechtbank heeft echter wel aanleiding gezien om de staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten van eiseressen, die zijn vastgesteld op € 418,50 voor rechtsbijstand, en het door eiseressen betaalde griffierecht van € 184 moet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter E.F. Bethlehem en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.2194

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiseres 1, V-nummer: [nummer]

[naam], eiseres 2, V-nummer: [nummer]
[naam], eiseres 3, V-nummer: [nummer]
[naam], eiseres 4, V-nummer: [nummer]
hierna gezamenlijk te noemen: eiseressen
(gemachtigde: mr. F.A. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiseressen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf bij [naam].
Bij besluit van 10 maart 2023 heeft verweerder de gevraagde mvv’s afgewezen. Het beroep heeft op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mede betrekking op dit besluit.
Eiseressen zijn niet ingegaan op de door de rechtbank geboden gelegenheid om gronden tegen het besluit van 10 maart 2023 kenbaar te maken.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Voor zover het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvragen, dient te worden vastgesteld dat met het besluit van 10 maart 2023 hieraan is tegemoetgekomen. Eiseressen hebben in zoverre geen procesbelang meer. Het beroep is dan ook in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk.
2. Tegen het besluit van 10 maart 2023 zijn geen gronden gericht. Het beroep is dan ook in zoverre kennelijk ongegrond.
3. De rechtbank ziet in het niet tijdig nemen van een besluit aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiseressen gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 418,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,- en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is omdat de proceskostenveroordeling uitsluitend betrekking heeft op het niet tijdig beslissen. Ook moet verweerder het door eiseressen betaalde griffierecht van € 184 vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep, voor zover dit betrekking heeft op het niet tijdig nemen van een besluit, niet-ontvankelijk;
 verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseressen tot een bedrag van € 418,50 (vierhonderdachttien euro en vijftig cent);
 bepaalt dat verweerder het door eiseressen betaalde griffierecht ter hoogte van € 184 (honderdvierentachtig euro) moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.