ECLI:NL:RBDHA:2023:5663
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. Willems - Keekstra
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 23 november 2022 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft op 3 april 2023 kennisgenomen van het voortduren van de bewaring, waarbij verweerder een voortgangsrapportage heeft overgelegd. Eiser heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten op 14 april 2023 en heeft, met toestemming van partijen, uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat indien de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000 of niet gerechtvaardigd is, het beroep gegrond verklaard kan worden. De rechtbank heeft eerder de rechtmatigheid van de maatregel getoetst en vastgesteld dat deze tot het sluiten van het vorige onderzoek op 7 april 2023 rechtmatig was. De rechtbank concludeert dat er voldoende zicht op uitzetting bestaat, aangezien de aanvraag voor een laissez-passer nog in onderzoek is bij de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat er geen gronden zijn om de maatregel van bewaring op te heffen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door rechter L. Willems - Keekstra, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.