ECLI:NL:RBDHA:2023:5739
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor plaatsing tuinberging met overkapping en de toepassing van het gelijkheids- en vertrouwensbeginsel
In deze zaak hebben eisers, wonende te [woonplaats], beroep ingesteld tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem om hen een omgevingsvergunning te verlenen voor de plaatsing van een tuinberging met overkapping op hun perceel aan de [adres 1] [nummers] te [plaats]. Het primaire besluit van 11 september 2020 wees de aanvraag af op grond van strijd met het bestemmingsplan. In het bestreden besluit van 11 februari 2021 verklaarde verweerder het bezwaar ongegrond. Tijdens de zitting op 17 januari 2023 is het beroep gelijktijdig behandeld met een andere procedure van eisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers procesbelang hebben, ondanks de verkoop van hun perceel op 24 november 2021.
De rechtbank oordeelt dat de weigering van de omgevingsvergunning terecht was, omdat de aanvraag in strijd was met het bestemmingsplan. Eisers voerden aan dat de besluitvorming onzorgvuldig was en dat er bijzondere omstandigheden waren die een vergunning rechtvaardigden. De rechtbank concludeert dat de gemaakte fout in de bestemming van het perceel door verweerder kon worden hersteld en dat de besluitvorming niet onzorgvuldig was. De rechtbank heeft ook het beroep op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel van eisers afgewezen, omdat niet was aangetoond dat er toezeggingen waren gedaan die het vertrouwen rechtvaardigden.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eisers, die zijn vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak is gedaan door mr. D.A.J. Overdijk op 8 maart 2023.