Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een asielzoeker, geboren op een onbekende datum en van Jordaanse nationaliteit, beroep heeft ingesteld tegen besluiten van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser was op 7 maart 2023 geplaatst in de Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen, nadat hij zich schuldig had gemaakt aan agressief gedrag richting een medebewoner. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 6 en 10 maart 2023 feitelijk zonder rechtstitel in zijn vrijheid was beperkt, omdat de besluiten tot plaatsing en vrijheidsbeperking pas op 7 en 11 maart 2023 waren genomen. De rechtbank oordeelde dat de eiser immateriële schade had geleden en heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van € 50,00 schadevergoeding. De rechtbank verklaarde de beroepen gegrond voor zover het betreft de onrechtmatige vrijheidsbeperking, maar ongegrond voor de overige onderdelen. Tevens zijn de proceskosten van de eiser vastgesteld op € 1.674,00, die door verweerder 2 moeten worden vergoed.