Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de verzoeker, afkomstig uit Afghanistan, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 6 januari 2023 de aanvraag ingewilligd, waarna de verzoeker het beroep heeft ingetrokken. Bij deze intrekking verzocht hij om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. De verzoeker heeft echter niet aangetoond dat het besluit- en vertrekmoratorium, dat op 26 augustus 2021 in werking is getreden, niet op hem van toepassing is. Dit moratorium heeft de beslistermijn voor zijn asielaanvraag verlengd tot 27 juli 2023.
Aangezien de wettelijke beslistermijn niet was verstreken, was de ingebrekestelling van de verzoeker van 14 september 2022 prematuur en niet geldig. Hierdoor kon er geen beroep wegens niet tijdig beslissen worden ingediend. De rechtbank zou het beroep niet-ontvankelijk hebben verklaard als het niet was ingetrokken. Het verzoek om vergoeding van de proceskosten werd dan ook afgewezen als kennelijk ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op 19 april 2023.