ECLI:NL:RBDHA:2023:6017

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
NL22.21222
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking asielberoep

In deze zaak heeft de verzoeker, afkomstig uit Afghanistan, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 6 januari 2023 de aanvraag ingewilligd, waarna de verzoeker het beroep heeft ingetrokken. Bij deze intrekking verzocht hij om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat de veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb. Wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, kan de rechtbank op verzoek van de indiener het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten. De verzoeker heeft echter niet aangetoond dat het besluit- en vertrekmoratorium, dat op 26 augustus 2021 in werking is getreden, niet op hem van toepassing is. Dit moratorium heeft de beslistermijn voor zijn asielaanvraag verlengd tot 27 juli 2023.

Aangezien de wettelijke beslistermijn niet was verstreken, was de ingebrekestelling van de verzoeker van 14 september 2022 prematuur en niet geldig. Hierdoor kon er geen beroep wegens niet tijdig beslissen worden ingediend. De rechtbank zou het beroep niet-ontvankelijk hebben verklaard als het niet was ingetrokken. Het verzoek om vergoeding van de proceskosten werd dan ook afgewezen als kennelijk ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op 19 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.21222

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], verzoeker

v-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. N. Vollebergh),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag.
Bij besluit van 6 januari 2023 heeft verweerder de aanvraag ingewilligd.
Verzoeker heeft het beroep ingetrokken en daarbij verzocht om verweerder te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dit is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
2. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, staat dat het beroepschrift gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingediend zodra:
a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen, en
b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is.
3. Verzoeker stelt afkomstig te zijn uit Afghanistan. Hij heeft zijn asielaanvraag op 27 januari 2022 ingediend. In beginsel moest verweerder – gelet op artikel 42, eerste lid, van de Vw 2000 – uiterlijk op 27 juli 2022 op de asielaanvraag beslissen.
4. Op 26 augustus 2021 is ten aanzien van vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan een besluit- en vertrekmoratorium als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 inwerking getreden. [1] In artikel 1 van dit besluit is bepaald dat het besluit- en vertrekmoratorium wordt ingesteld met ingang van de dag van inwerkingtreding van het besluit en voor de duur van zes maanden. De werking van het besluit- en vertrekmoratorium is op 26 februari 2022 met een half jaar verlengd. [2] Op grond van artikel 2 van dit besluit is de beslistermijn verlengd met een jaar voor vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan, die een aanvraag indienen of hebben ingediend tot verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel.
5. Verzoeker heeft niet gesteld dat het besluit- en vertrekmoratorium niet op hem van toepassing is en dat is ook niet gebleken. Daarmee is de beslistermijn verlengd met één jaar, tot en met 27 juli 2023. De wettelijke beslistermijn is daarom niet verstreken. Dat betekent dat verzoekers ingebrekestelling van 14 september 2022 prematuur is ingediend en niet geldig is. Zonder geldige ingebrekestelling kan geen beroep wegens niet tijdig beslissen worden ingediend. De rechtbank zou het beroep daarom niet-ontvankelijk hebben verklaard als het niet was ingetrokken. Hieruit volgt dat het verzoek van verzoeker om verweerder te veroordelen in de proceskosten niet voor inwilliging in aanmerking komt.
6. De rechtbank wijst het verzoek af als kennelijk ongegrond.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 20 augustus 2021, nummer 3481569, tot het instellen van een besluitmoratorium en een vertrekmoratorium voor vreemdelingen afkomstig uit Afghanistan.